Gebed is meest waardevolle geschenk voor jarige koning
Ook Koningsdag zal dit jaar een dag worden die anders is dan alle andere Koningsdagen die we sinds de inhuldiging van koning Willem-Alexander hebben gevierd. Vergelijkingen met de Koninginnedagen in de Tweede Wereldoorlog gaan mank. Toen was iedere openlijke aanhankelijkheidsbetuiging aan het koningshuis verboden. Nu is dat laatste niet het geval, maar van een openbare viering van deze dag kan vanwege het coronavirus evenmin sprake zijn.
Koningsdag is dit jaar hernoemd tot Woningsdag. De strekking van die naamsverandering is duidelijk. Maar of de benaming gelukkig gekozen is, blijft de vraag. Woningsdag doet toch vooral denken aan een openhuizendag van makelaars. Weinig mensen leggen een verband met het gezamenlijk zingen van het Wilhelmus op het balkon of vanuit de tuin.
Koning Willem-Alexander verdient overigens, juist op zijn verjaardag, respect van zijn onderdanen. Hij en zijn vrouw zijn al wekenlang onvermoeibaar betrokken bij alle inspanningen die worden verricht ter bestrijding van corona. Steeds weer zijn ze te vinden in ziekenhuizen, in zorgcentra of bij andere instellingen. Ook de kerken vergeten ze niet. Ze bellen met predikanten, kerkelijke bestuurders en vrijwilligers en laten zich informeren over de wijze waarop kerken proberen de nood te lenigen. Steeds opnieuw blijkt hoe goed het koningspaar weet wat er in de maatschappij aan de hand is en wat er leeft onder het volk.
Christenen in de gereformeerde gezindte zijn nogal eens teleurgesteld dat de koning in tijden van crisis of vreugde weinig aandacht besteedt aan het christelijk geloof. Zijn toespraken lijken er vooral op gericht om geen enkele bevolkingsgroep tegen het hoofd te stoten. Dat is een groot gemis. Juist in tijden van nood, rouw en verdriet is het een troost om te weten dat er een almachtige God is bij Wie we met al onze hulpeloosheid terechtkunnen.
Het volk krijgt de regering die het verdient, luidt een bekende uitdrukking. Hetzelfde kan worden gesteld met betrekking tot de koning. Onze multiculturele Nederlandse samenleving, met al haar stromingen, groepen en overtuigingen, vraagt om een verbindend symbool. En dat is de koning zonder enige twijfel.
Misschien moet daarbij evengoed eerlijk worden gezegd dat ook de kerken de koning krijgen die ze verdienen. Want welke kerk moet ons staatshoofd bellen als hij van zijn betrokkenheid blijk wil geven? Hoe lang is de telefoonlijst met kerkgenootschappen? En welke kerkelijke gemeente moet de koningin bezoeken als ze vrijwilligers daar een hart onder de riem wil steken? In een willekeurig dorp op de zogenoemde Biblebelt zijn de verschillende reformatorische kerken soms al niet op de vingers van een hand te tellen. Bij alle verdriet die er kan zijn over het vaak horizontale spreken van de koning past dan ook allereerst verootmoediging over de eigen verdeeldheid.
Samen het Wilhelmus zingen op Koningsdag is een goede, verbindende activiteit. Bidden om kracht en wijsheid voor de jarige koning bij de uitoefening van zijn zware ambt mag daarbij zeker niet worden vergeten. Het is het meest waardevolle geschenk dat we hem kunnen geven.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.