Wereldwijd feest op Dag van de Aarde
Een miljoenendemonstratie in Denver markeerde het startmoment van Earth Day. Vijftig jaar later wordt de Dag van de Aarde wereldwijd gevierd, maar in Nederland is de aandacht beperkt.
Het is 22 april 1970. In de Verenigde Staten protesteren meer dan 20 miljoen burgers tegen milieuvervuiling. Ze eisen dat hun leefomgeving wordt beschermd tegen verdere schade die ontstaat nu technologie en industrie steeds verder oprukken. Epicentrum van de activiteiten is Denver: daar vindt een teach-in van twaalf uur plaats. Iedereen die zich om het milieu bekommert, kan op deze openbare discussiemomenten naar believen in en uit lopen. Gezaghebbende sprekers, onder wie een presidentskandidaat en een Nobelprijswinnaar, laten zich niet onbetuigd.
Luchtverontreiniging
Peace en happiness ontbreken niet, maar onbezorgd zijn de deelnemers zeker niet. Hun spandoeken reppen over het einde van de wereld als er niet snel iets verandert. Die beweringen komen niet uit de lucht vallen: door de stijgende welvaart verandert het consumptiepatroon ingrijpend. Zo groeit het aantal auto’s snel en neemt de industriële productie toe, waardoor luchtverontreiniging als het zwaard van Damocles boven de demonstranten hangt. Duurzame oplossingen, zoals zonnecollectoren en elektrische auto’s, zijn nog toekomstmuziek.
Alle bezorgdheid ten spijt mist de alarmistische boodschap van de Earth Day- activisten soms elke nuance. Harvardbioloog George Wald voorspelt dat de beschaving binnen vijftien tot dertig jaar ten einde komt als er niet direct actie wordt ondernomen. En de Amerikaanse bioloog en activist Paul Ehrlich beweert dat het voedseltekort in 1975 zo hoog zal zijn opgelopen dat er een hongersnood van „ongekende proporties” uitbreekt. „Het is al te laat om massale uitsterving te voorkomen”, verklaart Denis Hayes, de belangrijkste organisator van Earth Day.
Aarde in het zonnetje
Het initiatief voor Earth Day is afkomstig van senator Gaylord Nelson uit Wisconsin. Toch is Nelson niet de eerste die pleit voor een speciale dag waarop de aarde in het zonnetje moet worden gezet. In 1969 oppert vredesactivist John McConnell in San Francisco tijdens een conferentie van Unesco het idee om op 21 maart –de eerste lentedag op het noordelijk halfrond– de aarde én de vrede centraal te stellen. Het idee vindt weerklank; McConnell schrijft een verklaring, die door de Birmese secretaris-generaal U Thant van de Verenigde Naties wordt bekrachtigd.
Niet veel later stelt Nelson voor om 22 april uit te roepen tot Dag van de Aarde. Tijdens de eerste manifestatie weet hij miljoenen bezorgde Amerikaanse burgers te mobiliseren. Desondanks blijft het evenement een binnenlandse aangelegenheid. Pas in 1990 maakt klimaatpleitbezorger Denis Hayes, die in 1970 de activiteit coördineerde, er een internationale happening van, met activiteiten in 141 landen.
Toch komt die grootschaligheid niet uit de lucht vallen. De organisatoren willen „de grootste milieubeweging ter wereld vormen” en „een transformatie bewerk- stelligen voor mens en planeet.” De wereldwijde milieubeweging wil bovendien diverser worden.Volgens de organisatie is activisme de enige mogelijke route om de doelen te verwezenlijken. Daarom wordt te hoop gelopen tegen de politiek en het bedrijfsleven, die beide debet zouden zijn aan het verslechterende leefklimaat. Steeds opnieuw klinkt er een alarmistische boodschap: als er niet snel wat verandert, wordt de planeet onleefbaar.
Strubbelingen
Met name de politiek blijkt niet im- muun voor de alarmerende berichten: door intensief lobbywerk –geholpen door statistieken en onderzoeken die de gevolgen van het grenzeloze consumentisme op het milieu aantonen– boekt de Earth Daybeweging steeds vaker resultaat. Toch worden veel van de zwaarbevochten overwinningen pas beklonken na 1990, het jaar waarin de beweging de wind mee krijgt.
Ironisch genoeg spelen interne strubbelingen daarbij een grote rol: dat jaar zijn er twee gescheiden stichtingen. Meningsverschillen staan een gezamenlijk front in de weg. Dat stichting Earth Day 1990 het bedrijf Hewlett-Packard –op dat moment de op een na grootste producent van vervuilende chloorfluorkoolstoffen– aan boord haalt, wekt bovendien de woede van de Earth Day 20 Foundation. Maar wat één organisatie niet voor elkaar krijgt, lukt twee harrewarrende clubs wel: in tientallen landen gaan miljoenen mensen de straat op. In de decennia daarna breidt het aantal jaarlijkse manifestaties zich uit tot meer dan 180 landen.
De massale belangstelling vergroot de druk op de politiek en het bedrijfsleven om te veranderen. Overheden en bedrijven investeren dan ook miljoenen in initiatieven van het Earth Day Network om scholen groener te maken, de oceaan op te ruimen en bomen te planten.
Festivalkrant
In Nederland krijgt de beweging weinig voet aan de grond. De stichting Dag van de Aarde, die in Nederland de Earth Day Association vertegenwoordigt, maakt van 22 april vooral een „nationale dag van bezinning en plezier” –omgeven door „een periode van bewustwording, dankbaarheid en het genieten van schoonheid en alles wat de aarde voortbrengt.” Een speciale festivalkrant moet laten zien hoe mooi de aarde is. Daarmee is de Nederlandse loot aan de stam vooral een ”feel good”-beweging, die geen nadruk legt op de rampspoed die de mensheid zou wachten. Het staat in schril contrast met de alarmerende boodschap van de wereldwijde evenknieën.
Hoe verschillend de aanpak ook is, de notie van maakbaarheid regeert: met de juiste besluiten en een weloverwogen methode van doen en laten zijn herstel en een nieuw evenwicht van de aarde mogelijk. Alle geboekte resultaten ten spijt blijkt die maakbaarheid ver te zoeken. Zelf laat de internationale organisatie weten „gedesillusioneerd” te zijn over het gebrek aan ambitie na het klimaatverdrag uit 2015 en „gefrustreerd” over de „internationale lethargie” ten aanzien van het milieu. Wat vijftig jaar geleden in Amerika begon met een activistische politicus blijkt in de 21e eeuw nog steeds stuk te lopen op een gebrek aan politieke daadkracht. Daarmee weet Earth Day wel goede gevoelens over geboekte resultaten op te roepen, maar toch maar weinig tastbare resultaten te boeken.