Binnenland

„Invloed christendom en humanisme gelijk”

Ja, premier Balkenende heeft gelijk als hij beweert dat Nederland nog steeds een christelijk land is. Maar het humanisme heeft „zeker zo veel credits” als het gaat om de vraag welke stroming de Nederlandse geschiedenis hebben beïnvloed. Dat zegt prof. dr. Hijme Stoffels, hoogleraar godsdienstsociologie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam.

17 September 2004 12:10Gewijzigd op 14 November 2020 01:39
prof. dr. Hijme Stoffels, hoogleraar godsdienstsociologie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Foto RD
prof. dr. Hijme Stoffels, hoogleraar godsdienstsociologie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Foto RD

Niet alleen de periode rond de Tachtigjarige Oorlog, maar zeker ook de negentiende eeuw is in de visie van Stoffels „van groot belang geweest” voor de invloed van het christendom op de Nederlandse samenleving. „In die periode wonnen de Verlichting en het humanisme volop terrein, ook in de kerk.”

De kentering kwam pas aan het einde van de negentiende eeuw. „Tussen pakweg 1875 en 1960 zaten de kerken in Nederland vol. Mannen zoals Schaepman in de Rooms-Katholieke Kerk en Kuyper in de Gereformeerde Kerken wisten ook de slapende leden te mobiliseren. De vervolgens optredende verzuiling drukte een groot stempel op Nederland. De gevolgen daarvan zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar.”

Naar de mening van Stoffels is het een misvatting om te denken dat Nederland eerder, in de tijd van de Reformatie en de Nadere Reformatie, totaal christelijk was. „In 1620, dus vlak na de Dordtse synode, was in Haarlem slechts 47 procent van de inwoners kerkelijk. De rest was slechts oppervlakkig betrokken bij de kerk. Naar schatting was in de zeventiende eeuw niet meer dan 10 procent van de bevolking calvinist.”

Vandaag de dag is Nederland echter geen christelijke natie meer in de letterlijke zin van het woord, betoogt Stoffels. „Het CDA is weliswaar de grootste partij, maar slechts zo’n 35 tot 40 procent van de Nederlanders noemt zich christen. Wél zet die groep nog steeds de toon. Dat komt ook doordat er een grote groep is die je cultuurchristenen kunt noemen. Ze rekenen zich niet tot een kerk, maar wel tot de christelijke traditie. Soms staan ze nog ingeschreven bij een kerk, of sturen ze hun kinderen naar een christelijke school vanwege de waarden en normen die daar worden bijgebracht. Ze staan gereserveerd tegenover ontwikkelingen die ingaan tegen de christelijke traditie, zoals de ombouw van een kerk tot een sportcentrum. Zelf hebben ze soms echter al jaren geen kerk meer van binnen gezien.”

Naast het christendom zijn volgens Stoffels het humanisme en de Verlichting de invloedssferen die Nederland anno 2004 tekenen. „Ten opzichte van het christendom geef ik die zeker zo veel credits. Ik denk dat de invloed van beide op Nederland ongeveer 50 procent is.” Volgens Stoffels verklaart dat mogelijk mede waarom Nederland in de overige westerse landen wordt gezien als kampioen in secularisatie, terwijl moslims Nederland over het algemeen zien als een christelijk land.

De komende jaren verwacht Stoffels een vergroting van de invloed die de islam in Nederland heeft. „De organisatiegraad van moslims is nu nog relatief laag. Daarmee is ook hun invloed beperkt.” Langzaamaan komt daarin verandering, bijvoorbeeld door de komst van islamitische onderwijsinstellingen. Dat dit niet altijd van een leien dakje gaat, komt volgens Stoffels mede door onwennigheid bij christenen. „Het christendom heeft jarenlang het alleenrecht gehad op godsdienst. Dat is allang niet meer zo, maar de gevolgen ervan zijn nog wel merkbaar.”

Aan de andere kant tekent Stoffels aan dat de immigratiegolven die Nederland sinds de jaren ’60 overspoelen, niet alleen maar moslims naar Nederland brachten. „Het aandeel christelijke immigranten is verrassend groot. Je ziet in grote steden overal immigrantenkerken verschijnen. Nu zitten ze soms nog in onooglijke gebouwen, zoals in de Bijlmer. Ik heb echter een stout vermoeden dat er een opleving in Nederland mogelijk is vanuit deze kerken. In Rotterdam zitten op één vierkante kilometer zeven van deze kerken. Dat heeft gevolgen voor de omgeving, want waar ze komen, stralen ze iets uit.”

Dit is het vierde deel in een korte serie over de stelling van premier Balkenende dat Nederland in zekere zin een christelijk land blijft. In de rubriek Toegespitst in de bijlage Accent wordt de serie zaterdag afgesloten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer