Minister De Jonge: niet te snel méér mensen testen op corona
Het kabinet wil slechts heel voorzichtig nieuwe groepen op het coronavirus testen, ook al kunnen laboratoria veel meer tests aan. Het is nog altijd „spannend” of er ook op de lange duur genoeg benodigdheden voor de tests zullen zijn, zei minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) woensdag in debat met de Tweede Kamer. Bovendien is het heel moeilijk in te schatten hoeveel extra tests er nodig zijn als bijvoorbeeld ook mantelzorgers die mogen ondergaan.
Iedere dag zouden ruim 17.000 mensen zich kunnen laten testen, maar dat gebeurt op een gemiddelde dag maar 7.000 keer. Dat frustreert de Tweede Kamer, die liefst zoveel mogelijk mensen zou laten testen.
Dat wil het kabinet ook, verzekert De Jonge, maar hij kan het testbeleid niet zomaar royaal verruimen. Het is onmogelijk om te voorspellen hoeveel mensen daarop vervolgens aanspraak zouden maken, en dus riskeert hij dan al gauw weer een testtekort. „Ik wil er wel zeker van zijn dat we het kunnen waarmaken.”
Als het kabinet weer een nieuwe groep toelaat in de ‘teststraat’ van de GGD’s, dan staan de mantelzorgers volgens De Jonge vooraan. „Dat is echt de eerstvolgende groep waaraan ik denk.”
Veel kritiek klonk er op de door het kabinet voorgestelde app om verspreiding van het virus tegen te gaan. Het kabinet gaf eerder aan dat verdere versoepeling van de coronamaatregelen zou afhangen van het gebruik van zo’n app, maar de ‘appathon’ die afgelopen weekeinde werd georganiseerd werd door deskundigen fel bekritiseerd.
Farid Azarkan van DENK noemde de gang van zaken een „circusattractie”. De Jonge snapt de zorgen over ICT en de overheid, maar voegde eraan toe dat „het cynisme me wel heeft verbaasd”. Hij wijst erop dat we nu weten wat haalbaar, maar ook wat niet haalbaar is.
De komende weken wil het ministerie kijken of ontwikkeling van een app mogelijk is, maar de minister temperde de verwachtingen. „Het kan zijn dat het niet lukt”, zei De Jonge.