Teleurstelling over toespraak is begrijpelijk
Premier Rutte is politicus genoeg om vooraf te weten dat hij met zijn toespraak van dinsdagavond zeer veel mensen in het land zou teleurstellen. Niet voor niets liet hij de afgelopen weken geen gelegenheid onbenut om duidelijk te maken dat er ook na 28 april slechts kleine stapjes in het versoepelen van de lockdown genomen zouden kunnen worden.
Nu die kleine stapjes bekend zijn, lijkt de aanvankelijk zeer brede steun voor de premier en zijn kabinet voor wat betreft de aanpak van de coronacrisis af te brokkelen. Niet iedereen is blij met de aangekondigde versoepeling in het basisonderwijs. En nog minder krijgt Rutte de handen op elkaar voor de strenge maatregelen die voorlopig van kracht blijven. Ondernemers bijvoorbeeld klagen steen en been. De financiële buffers smelten weg als sneeuw voor de zon en steun van de overheid maakt lang niet alles goed. En waarom moesten er in zo korte tijd plannen ingediend worden om de verschillende sectoren weer op gang te helpen terwijl er vooralsnog niets mee gedaan lijkt?
Die teleurstelling is te begrijpen. Eerst was er alle aandacht voor de gezondheid van mensen. En terecht. Alleen al in Nederland zijn volgens officiële cijfers inmiddels meer dan 4000 mensen aan corona overleden. Een huiveringwekkend aantal. Nu de druk op de gezondheidszorg echter iets lijkt af te nemen, verschuift de focus steeds meer naar de economie. Er is nog veel onbekend over de gevolgen van de lockdown, maar dat er een recessie dreigt, is duidelijk. De zorgen van ondernemers en zzp’ers zijn dan ook zeker terecht. Het gaat je niet in de koude kleren zitten als je ziet dat wat met zoveel zorg en inspanning is opgebouwd in een korte periode ten onder dreigt te gaan.
Ook al is er zeker terechte kritiek te leveren op de maatregelen, toch getuigt het van moed dat de minister–president ook de wens in delen van de eigen liberale achterban durft te weerstaan door impopulaire maatregelen te verlengen. En hij heeft gelijk met zijn opmerking dat voorzichtigheid nu beter is dan spijt achteraf. Niemand kan het een overheid kwalijk nemen dat ze het beschermen van de gezondheid van de bevolking tot topprioriteit maakt.
En dan zijn er de kerken. Daarover werd dinsdag tijdens de persconferentie geen woord gezegd. Sport en economie hebben in de maatschappij helaas meer belangstelling dan de kerk. Natuurlijk zijn de beperkende maatregelen, die voorlopig blijven gelden, voor kerken van een andere –niet mindere– orde dan die voor bedrijven en ondernemers. Kerkdiensten kunnen online immers doorgaan. Maar het feit dat ook de komende zondagen er in het land alleen erediensten gehouden kunnen worden met een zeer beperkt aantal bezoekers, doet als het goed is iedere christen pijn.
Een koster van een oud gereformeerde gemeente in Nederland zei het dinsdag in deze krant nog veel treffender: „Al die lege banken, het smart mij.”