Deskundige: app van ministerie zelf is onverstandig
Dat het ministerie van Volksgezondheid zelf een corona-app gaat bouwen, is „onverstandig” volgens gerenommeerd internet-expert Marleen Stikker. „Ik ben er niet erg gerust op dat men nu zegt: we gaan het zelf wel doen”, zei de directeur van onderzoeksinstelling Waag in de Tweede Kamer, waar tal van deskundigen kritiek uitten op de gang van zaken rond de corona-app.
Op dat proces van de afgelopen dagen is van alles aan te merken, maar de openheid van bijvoorbeeld de ‘appathon’, waarin organisaties afgelopen weekeinde hun app-voorstellen presenteerden, was juist goed, aldus Stikker. Dat het ministerie nu zelf aan de slag gaat met een app die volgt wanneer iemand in contact is geweest met een besmet persoon, „staat heel erg in contrast met het open proces dat gekozen was”.
Privacy-voorvechters en academici pleitten woensdag in de Tweede Kamer voor een flinke stap terug. Het kabinet wilde te snel en er is een hoop aan te merken op de app-plannen die voorbij zijn gekomen. Bovendien bedeelt het kabinet een te grote rol toe aan zo’n corona-app. De app moet onderdeel zijn van een bredere strategie, waarin ook naar andere aspecten wordt gekeken, zoals het gedrag van Nederlanders.
De uitspraak van premier Mark Rutte dat gebruik van de app strikt noodzakelijk is voor de volgende fase noemt Stikker dan ook „heel onzorgvuldig, omdat hij mensen onder druk zet in de samenleving”.
Volgens professor Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur van het Digital Society Institute, kan Bluetooth niet worden gebruikt om precies genoeg contact weer te geven. Dat kan alleen in heel bijzondere situaties, en het bluetooth-signaal kan door allerlei factoren worden beïnvloed, waardoor het systeem niet zorgvuldig genoeg is. Dat Bluetooth altijd aan moet staan voor zo’n app „biedt een nieuw risico”, voegt hackexpert Ronald Prins daaraan toe. „Het is hackers regelmatig gelukt om telefoons te hacken via de Bluetooth-ingang.”
Al met al betekent dit volgens Stikker dat „dat een vorm van een app die automatisch je nabijheid tracet van tafel zou moeten”. De problemen daarmee zijn „niet op korte termijn op te lossen”.
De deskundigen zien meer heil in een dagboek-app zoals in Nieuw-Zeeland wordt gebruikt om contact bij te houden, of uitbreiding van regulier bron- en contactonderzoek door de GGD.