Heineken-baas: belastingvrije periode helpt horeca-ondernemer
Horeca-ondernemers zijn gebaat bij een tijdelijke periode waarin ze geen belasting hoeven af te dragen om daarmee het herstel van de sector te bevorderen. Dat zei scheidend Heineken-topman Jean-François van Boxmeer in een reactie op de coronacrisis.
Van Boxmeer wijst op de laatste grote pandemie die de wereld teisterde ruim honderd jaar geleden. Het bestrijden van de Spaanse griep destijds heeft 18 maanden geduurd, verduidelijkt de Heineken-baas. „Goed, we hebben meer middelen om het fenomeen te bestrijden, maar het virus kan zomaar een jaar blijven”, zegt hij.
Volgens Van Boxmeer is de sector er niet bij gebaat als er vanuit partijen straks over en weer verwijten komen over de crisisaanpak. Het tegen elkaar afzetten met rauwe argumenten, zoals hij dat noemt. In plaats daarvan moet de sector samen maatregelen bedenken voor de sector en voor de mensen die daarin werken.
Hij benadrukt dat de oplossing niet alleen van leveranciers als Heineken kan komen. De brouwer biedt al de nodige verlichting aan horeca-ondernemers. Zo werd voor huurders die een pand van Heineken huren een deel van de huurverplichting kwijtgescholden. Ook werden voorraden door de brouwer kosteloos weer teruggenomen. „Maar de schade is zo groot, dat wij niet alles kunnen dragen”, aldus Van Boxmeer.
Hij vergelijkt de situatie nu eerder met een oorlogs- dan een crisissituatie aangezien de hele economie is stilgevallen. Het idee om de horeca tijdelijk van belastingverplichtingen vrij te stellen, zou de sector een duwtje in de rug geven bij de wederopbouw.
Nadeel is dat Nederland volgens Van Boxmeer niet ingericht is als een 1,5 metereconomie. Eerder als een 75 centimentereconomie. Het heropenen van de horeca wordt daarmee bemoeilijkt. „De wederopbouw zal tijd vergen”, zegt hij. Ook omdat mensen na het heropenen van de sector twee keer na zullen denken alvorens een café of een restaurant te bezoeken.
Op de vraag of hij bereid is om na zijn termijn mee te denken over oplossingen voor de sector antwoordt hij positief. „Waarom zou je niet helpen. Ik ben nog niet gevraagd.”