Luchtvervuiling verkeer daalt, maar wind gooit roet in het eten
Doordat het land gedeeltelijk op slot zit is de luchtvervuiling in Nederland afgenomen, maar de winst wordt gedeeltelijk tenietgedaan doordat de wind die afgelopen maanden veelvuldig uit het oosten kwam. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) ziet daardoor nog geen duidelijk statistisch verband tussen de ‘lockdown’ en de concentraties fijnstof en stikstofdioxide in de lucht.
Oostenwind brengt veel meer luchtvervuiling uit het buitenland met zich mee dan wind uit het westen of noorden. Daardoor is het indirecte effect van de overheidsmaatregelen tegen het coronavirus op de luchtkwaliteit moeilijk waar te nemen.
Het RIVM is wel zelf gaan rekenen en schat dat door de vermindering van het weg- en vliegverkeer de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht 10 tot 20 procent lager is dan die normaal zou zijn. De hoeveelheid fijnstof ligt volgens de berekeningen 5 tot 10 procent lager. Vooral dat laatste is van belang voor de gezondheid: fijnstof is schadelijker om in te ademen dan stikstofdioxide.
„Bij een langer aanhoudende vermindering van mobiliteit en uitstoot zal de luchtkwaliteit merkbaar verbeteren”, constateert het RIVM. Op specifieke locaties, bijvoorbeeld direct langs drukke wegen, zijn de effecten volgens het instituut wel al duidelijk waarneembaar.