Antisemitisme is aanval op Joodse identiteit
Dr. H. J. van Rietschoten
onderzocht recente antisemitische publicaties en ontdekte dat er momenteel zes theorieën over Jodenhaat zijn te onderscheiden. Bij alle verschil is volgens hem steeds een aspect van de Joodse identiteit voorwerp van haat. Er is veel gepubliceerd over antisemitisme, ook de laatste paar jaar. De inhoud van een deel van deze meer recente publicaties over antisemitisme is van zodanige aard dat een inhoudelijke analyse en vergelijking ervan belangrijk is vanwege de mogelijkheid om het verband met de Joodse identiteit na te gaan en om de vraag te kunnen beantwoorden of er sprake is van een nieuw soort antisemitisme en welke trends hierin zijn waar te nemen. Bij de bestudering van recente antisemitische publicaties meen ik een zestal theorieën, in meer of mindere mate van elkaar verschillend, waar te kunnen nemen:
- Gelijkschakeling, denationaliseren en demoniseren - In deze visie wordt volgens de Franse hoogleraar Sarfaty door delen van de niet-Joodse wereld het standpunt ingenomen dat Jodendom een religie en geen natie is. Deze beeldvorming bestaat niet slechts bij het grote publiek; het Handvest van de PLO gaat eveneens uit van deze smalle definitie van Jodendom: „Judaism, being a religion, cannot be a nation.” In het laatste geval wordt de legitimiteit van het bestaan van de staat Israël betwist op basis van deze smalle definitie. De achterliggende gedachte is dat Jodendom in de betekenis van een religie overal ter wereld uitgeoefend kan worden, daar heb je geen Joods volk, Joodse staat of Joodse natie voor nodig.
In nog extremere vorm komt deze houding tot uitdrukking in het gebruik van de term zionisme in de betekenis van racisme. Door de gelijkschakeling van zionisme met racisme wordt antizionisme verbonden met antisemitisme en probeert men de donkerste periode in de geschiedenis van een bepaald land, zoals kolonialisme, imperialisme en onderdrukking, in herinnering te roepen. De Joden van gisteren zijn de Palestijnen van vandaag. Wie progressief wil zijn, is vóór de filosofie van de derde wereld en behoort anti-imperialistisch en antikolonialistisch en dus antizionistisch, lees antisemitisch, te zijn. Bij deze ideologie staat de afkeer van Joden voor de verwerping van het Joodse volk als natie en als rechtstaat en voor de ontkenning van de nationale emancipatie.
Wereld-Jood
2. De eeuwige dissident en de centraliteit van Israël in hedendaags antisemitisme - Tot nu toe, aldus de bekende voormalige Russische dissident en huidige Israëlische minister voor Jeruzalem en Diasporazaken Sharansky, werd er altijd een relatie gelegd tussen antizionisme en antisemitisme. Die relatie is nu uitgewist! Moskeeën in het Midden-Oosten roepen niet: „Dood aan de Israëli’s”, maar „Dood aan de Joden.” Israël is de wereld-Jood geworden. De Joodse staat is al enige jaren, vooral na de laatste eeuwwisseling, vanaf omstreeks het jaar 2000, het centrale thema van het hedendaagse antisemitisme. Israël wordt als voornaamste oorzaak van antisemitisme gezien. De wereld, zo wordt gezegd, haat Joden omdat hij Israël haat. Sharon wordt met Hitler vergeleken, Israëli’s met nazi’s en de Palestijnen zijn de Joodse slachtoffers van de holocaust.
Sharansky zoekt op een gedreven manier naar oorzaken van antisemitisme, om de kern van het verschijnsel, dat door de eeuwen heen niet altijd eenzelfde gedaante vertoont, bloot te leggen. Zo werden vanaf de opkomst van het christendom Joden als een bedreiging gezien: ze vergiftigen waterbronnen, hebben Jezus verworpen, zijn zonen van de duivel en de vervolging van Joden is een door God opgelegde boetedoening.
Sharansky komt tot de conclusie dat het anders zijn van Joden een belangrijke verklarende factor is. Joden worden als afwijkend gezien, als verwerpers van de hen omringende omgeving. Dat was al zo in bijbelse tijden, toen Haman zijn koning adviseerde het Joodse volk uit te roeien vanwege hun afwijkende gedrag.
Neoantisemitisme
3. Een moderne variant op klassiek antisemitisme en neoantisemitisme - Met antisemitisme, opgevat als een moderne variant van het klassieke antisemitisme, bedoelt Joffe -commentator en mede-uitgever van Die Zeit- dat oeroude antisemitische motieven, zoals de beschuldiging van rituele moord, de wereldsamenzwering van Joden en de Jood als de boze bij uitstek, nieuw leven wordt ingeblazen in de Arabische wereld, zoals in de Syrische tv-serie ”Diaspora” en de Egyptische tv-serie ”Ruiter zonder paard”.
Bij neoantisemitisme moet gedacht worden aan de vergelijkingen met het optreden eertijds van nazi’s: Israëli’s laten zien die in het uniform van de Wehrmacht Palestijnen afslachten, Sharon in zwart SS-uniform en Arafat als gevangene uitgedost in een concentratiekamp. Het optreden van Israëli’s wordt vele malen verergerd en bovendien gegeneraliseerd. Maar dat niet alleen. De clou van neoantisemitisme is tevens dat de nazaten van de slachtoffers van de holocaust als daders worden aangemerkt, om zodoende de morele last en schuld rechtvaardiger te ’verdelen’.
Nieuw milieu
4. Stereotypering en de moderne vermomming - Evenals Joffe constateert de Amsterdamse hoogleraar Evelien Gans dat het hedendaagse racistische antisemitisme en nazisme westerse uitvindingen zijn die naar het Oosten zijn geëxporteerd en bovendien een functie vervullen. De gelijkstelling van zionisme met nazisme door Marokkaanse jongeren in de West-Europese steden is niet in de Arabische of de islamitische wereld ontstaan, maar in het Europa van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Zo bezien is het hedendaagse islamitische antisemitisme niet nieuw, maar vindt het in een nieuw milieu plaats. De uitwisselbaarheid van zionisme en nazisme, van Jood en nazi, vervult een functie, namelijk vereffening van schuldgevoelens. Deze omkering van goed en kwaad is het Westen na 1945 gaandeweg gaan beheersen. Het ultieme slachtoffer van de nazi is tot dader geworden, de Palestijn is de Jood. Gans definieert antisemitisme als afkeer van en vooroordelen tegen Joden als Joden. Het antizionisme gaat pas over in antisemitisme wanneer het zich bedient van identificatiemechanismen, in dit geval stereotypering en demonisering van Israël als collectieve Jood. De Joodse staat, gebrandmerkt als de duivel op aarde, is de moderne vermomming van de sluwe, machtige en rijke Jood die over oorlog en vrede gaat.
Schuldig
5. De logica van het nieuwe antisemitisme - De logica waarvan het nieuwe antisemitisme zich bedient, is volgens de vooraanstaande Franse filosoof Finkielkraut de systematische formulering van het Palestijns-Israëlische conflict als een conflict tussen het racistische land Israël en het onderdrukte Palestijnse volk en de daaruit voortvloeiende handeling om Israël als racist aan te klagen. De ideologie die achter dit nieuwe antisemitisme schuilgaat, is de ideologie van het antiracisme, dat alle vormen van kwaad reduceert tot racistische uitbuiting en onderdrukking van de ander. De ander moet gerespecteerd en begrepen worden. Hij wordt op een voetstuk geplaatst, zeker wanneer we ons schuldig voelen over zijn onderliggende positie in de maatschappij, over het bestaan van extreem rechtse krachten die het op hem hebben voorzien en over de dood van zijn Palestijnse geloofsgenoten. Zij zijn de anderen, niet de slachtoffers van weleer, de Joden, die in het Midden-Oostenconflict als daders worden gezien. Het antiracisme van extreem links -zoals de antimondialisten, die zich liever andersmondialisten noemen- waaraan de Arabisch-islamitische wereld zich heeft gecommitteerd, is verworden tot een algemeen systeem om de wereld te begrijpen.
- De Jood als obstakel voor een grenzeloze, universele en homogene samenleving - Europa is volgens de Franse filosoof en psychoanalyticus Milner na de Verlichting op weg naar grenzeloosheid, naar universalisme en homogeniteit. De Jood daarentegen is een figuur van de grens, van de wet, en hij verfoeit de grenzeloze en universele moderniteit. Dat is de ultieme reden van de fundamentele onverenigbaarheid tussen Joden en het moderne Europa. Dat zal blijven proberen een einde te maken aan deze uitzondering. De figuur van de Jood is in dit streven naar grenzeloosheid en universalisme een probleem en is ongewenst.
Nieuwe trend
De conclusie naar aanleiding van mijn vraagstelling luidt: De recente theorieën over het nieuwe antisemitisme vertonen opvallende overeenkomsten en lijken een nieuwe trend aan te geven. Te denken valt aan de antisemitische beschuldiging -om eigen schuldgevoelens te vereffenen- dat de slachtoffers van weleer, de Joden, de daders van nu zijn. Daarbij wordt niet zozeer de nadruk gelegd op de individuele Jood, maar op Israël, de wereld-Jood van nu.
De negatieve centraliteit van Israël in het nieuwe antisemitisme waarover de Joodse geleerde Wistrich in het onderzoek naar antisemitisme eind jaren tachtig overigens al sprak, laat ook zien dat de oude antisemitische ideologie -zionisme is racisme- weer nieuw is ingeblazen. Het zionisme is immers gericht op Israël.
De opvatting in de zesde theorie dat Joden een hinderpaal zijn op weg naar een grenzeloze en universele wereld doet niet geheel nieuw aan, maar doet denken aan de ideologie van het geassimileerd internationalisme van linkse Joden eind negentiende en begin twintigste eeuw, uiteraard niet vanuit het motief van antisemitisme.
Wanneer men ervan uitgaat dat elk woord zijn eigen nuance heeft en antisemitisme zich altijd voordoet in een unieke context, dan heeft antisemitisme altijd nieuwe aspecten. Het continue aspect van antisemitisme is dat door de tijd heen altijd wel het ene of andere aspect van de Joodse identiteit als object van haat wordt gekozen. Nu eens is dat de Joodse religie, dan weer de economische positie van Joden, hun cultuur, hun afkomst, hun positie in het maatschappelijk leven of hun politiek Zo zijn er evenzoveel vormen van het eeuwenoude antisemitisme, religieus, cultureel, raciaal antisemitisme et cetera, die in de ene periode sluimeren en in een andere periode weer tot leven worden gewekt.
Nieuw gezichtspunt
Mijn stelling is, en wat mij betreft is dit een nieuw gezichtspunt, dat antisemitisme niet goed gedefinieerd kan worden zonder -wat ik genoemd heb- de drie perspectieven of drie oorspronkelijke criteria van de Joodse identiteit erbij te betrekken. Deze drie perspectieven zijn: 1. De Joodse etniciteit: de Joodse religie, cultuur, taal, gewoonten, gezichtspunten, waarden, iemands sociaal-economische achtergrond, nationale aspecten zoals het Joodse volk, de Joodse natie en staat; Joods-religieuze aspecten en de combinatie van Joods-religieuze en nationale aspecten.
Het Joodzijn: qua afstamming of in de Joods-religieuze of in de meer nationale betekenis, het behoren tot het Joodse volk, of in de betekenis van een combinatie van beide aspecten.
Het Jodendom: het is een ’kerkgemeenschap’, een religie of een historische eenheid, dat wil zeggen het Joodse volk of de Joodse natie.
Deze perspectieven zijn te herkennen in de drie criteria (de zogenaamde RAV-criteria) die de Joodse identiteit van oudsher hebben bepaald: de Joodse religie ®, de Joodse afstamming (A) en het Joodse volk (V).
Met andere woorden: Mijn stelling is dat antisemitisme een aanval is op de Joodse identiteit, bestaande uit een complexe en onlosmakelijke samenhang van genoemde identiteitsaspecten. De inhoud van de zes genoemde theorieën ondersteunen deze stelling ruimschoots. Denk maar aan een definitie zoals „Judaism, being a religion, cannot be a nation”, aan kwalificaties zoals de afwijkende, sluwe, rijke en machtige Jood, aan de Joodse wereldsamenzwering, aan de Joodse staat als de duivel op aarde. Dit hedendaagse antisemitisme, wat uitvoeriger tot uitdrukking gebracht in de zes theorieën en opgevat als een aanval op de Joodse identiteit, zie ik als diep betreurenswaardig.
De auteur promoveerde bij prof. dr. D. Meijers aan de Vrije Universiteit op de nieuwe vormen van antisemitisme en de relatie daarvan met de Joodse identiteit.