Wen maar aan de 1,5 metereconomie
Nederland gaat er blijvend anders uitzien als de door premier Rutte voorgestelde 1,5 metereconomie werkelijkheid wordt.
De meeste consumenten zijn er inmiddels aan gewend: overal 1,5 meter afstand houden. Iedereen ging ervan uit dat deze maatregel van korte duur zou zijn. Rutte waarschuwde echter ook deze week weer dat de coronamaatregelen veel langer gaan duren dan iedereen hoopt. Nederland moet omschakelen naar een 1,5 metereconomie.
En dat heeft grote gevolgen. De Koninklijke Horeca Nederland (KHN) zei woensdag dat de 1,5 meterregel in de horeca onwerkbaar is. De brancheorganisatie wees erop dat het voor flink wat bedrijven onmogelijk zal zijn om rendabel te werken als aan alle maatregelen wordt voldaan.
Zelfs als zij dat wel doen, is het nog niet zeker of zij open mogen gaan. Dat was de boodschap van minister Eric Wiebes (Economische Zaken) dinsdag. Een sector kan de draad pas weer oppakken als het virus enigszins onder controle is. Maar ook dan moeten andere opstartende sectoren daarvoor wel ruimte laten. Anders wordt het in het openbaar vervoer of op straat toch weer te druk, zei Wiebes.
De KHN, die ruim 20.000 ondernemers vertegenwoordigt, waarschuwde dat als er niet snel wordt ingegrepen door zowel de overheid, vakbonden, banken, leveranciers en verhuurders, twee van de drie horecaondernemers per 1 juli hun deuren zullen moeten sluiten.
Fysiek contact
Maar ook voor winkels is de 1,5 meterregel niet eenvoudig. Brancheorganisatie InRetail wees er donderdag op dat het voor de ene winkel makkelijker zal zijn om zich aan te passen aan de 1,5 metereconomie dan voor de andere. Met name winkeloppervlak en de mate waarin er fysiek contact is tussen winkelier en klant spelen daarbij een rol.
„De maatregelen die winkels de laatste maand namen, gaan we meer en langer zien”, denkt InRetail. „Bij de in- en uitgangen reiniging, tape op de vloer en verbale communicatie naar de klant door klantentellers. In de winkel éénrichtingsverkeer en een routing à la IKEA en natuurlijk die anderhalve meter afstand.”
InRetail ziet daar al de nodige creatieve invullingen van. „Bij een filiaal van Van Haren worden bij de ingang schoenenlepels uitgedeeld om bij te houden hoeveel klanten er in de zaak zijn. Een boekenwinkel heeft de ingang met een tafel afgeschermd. Het personeel haalt daar de boeken voor klanten uit de kasten. Een schoenenzaak heeft een onlinetool om de juiste schoenmaat voor groeiende kinderen te kiezen. Iedereen gaat er anders mee om.”
Volgens de brancheorganisatie gaan vooral de winkels met een klein pand het lastiger krijgen, omdat het daar moeilijker is om afstand te houden en omdat daar sneller een maximum aantal klanten binnen is. „Ook wordt een groot beroep gedaan op de creativiteit van ondernemers die fysiek contact maken met hun klant. Denk daarbij aan bruidsmodezaken en nagelstudio’s.”
Winkelhart
Dat de coronamaatregelen ook na de uitbraak nog van kracht blijven, wordt volgens InRetail niet de ondergang voor de traditionele retail met ‘stenen’ winkels. „De meeste winkeliers hebben de laatste jaren al ingezet op een tweesporenstrategie waarbij zij ook steeds meer online verkopen. De scheiding tussen stenen winkels en webshops is allang niet meer realistisch. Dat zal in de toekomst al helemaal zo zijn.”
Dorpen en steden zonder winkelhart ziet InRetail dan ook niet voor zich. „Die kloppen letterlijk en figuurlijk niet. De gezellige manier waarop in Nederland de winkels zijn ingebed in de historische kernen is voor de hele wereld een inspiratiebron. Onder meer vanuit Frankrijk en de Verenigde Staten komen mensen om dat bij ons af te kijken.”