Volgens het rapport van Miklos Haraszti, de verantwoordelijke voor persvrijheid bij de OVSE, was er in Beslan sprake van een „driedubbele kloof in de geloofwaardigheid": tussen de regering en de media, tussen de media en de burgers en tussen de regering en de burgers. Het rapport rept van een „ernstige inbreuk op de democratie".

Russische televisieploegen zouden ook op grote schaal zelfcensuur hebben toegepast. De gebrekkige berichtgeving leidde er volgens Haraszti toe dat de gijzelnemers de waterkranen in de school afsloten. Onjuiste informatie, onder meer over het aantal gijzelaars, zou ook tot gevolg hebben gehad dat de lokale bevolking journalisten aanviel.

Enkele buitenlandse verslaggevers moesten hun filmpjes of opnames inleveren. Een Georgische televisieploeg werd enige tijd vastgehouden, nadat hij een andere versie van de bestorming van de school had gegeven dan de lezing van het Kremlin.

Twee Russische journalisten, Anna Politkovskaja en Andrej Babitski, van wie bekend is dat zij zeer kritisch staan jegens de regering, kwamen nooit in Beslan aan. Politkovskaja werd met spoed opgenomen in het ziekenhuis nadat zij aan boord van het vliegtuig dat haar naar de Kaukasus zou brengen, een kopje thee had gedronken. Babitski werd gearresteerd, nadat hij op het vliegveld gevochten zou hebben met enkele onbekenden. De OVSE noemt de omstandigheden waaronder de twee verhinderd werden hun bestemming te bereiken zeer verdacht.

Volgens het rapport is het optreden van de autoriteiten geen ongelukkige samenloop van omstandigheden. „Sommige Russische beleidsmakers laten zich bij het verstrekken van informatie over terroristische aanslagen vaker leiden door wat in hun ogen opportuun is dan door wat legaal is", aldus de OVSE.