Rutte tempert opnieuw hoop op versoepeling lockdown
Premier Rutte is niet optimistisch over de ruimte die er lijkt te zijn om met ingang van 28 april enkele strenge coronamaatregelen te versoepelen.
Dat herhaalde hij donderdag in een Tweede Kamerdebat. Dinsdag geeft het kabinet hierover meer duidelijkheid. Eerder deze week somberde Rutte al dat het erop lijkt dat het indammen van het virus nog een forse krachtsinspanning vergt.
Veel ondernemers staan te trappelen om hun bezigheden weer te hervatten, in de hoop hun omzetverliezen zoveel mogelijk te beperken. Vooral Forum voor Democratie en de eenmansfractie Van Haga willen dat het kabinet er alles aan doet om bedrijven tegemoet te komen. Maar, zo waarschuwde Rutte, als het kabinet de fout begaat om de teugels te vroeg te veel te laten vieren „is de economische schade straks niet te overzien.”
Een groot deel van het debat was opnieuw gewijd aan de zorgelijke situatie in verpleeghuizen. Volgens minister De Jonge zijn er al 967 ouderen in deze instellingen bezweken aan de gevolgen van het coronavirus. De toename van het aantal verpleeghuizen waar besmettingen worden geconstateerd is fors afgevlakt, maar binnen de zorginstellingen waar het virus rondwaart, neemt het aantal nieuwe besmettingen toe.
De bewindsman was het met de Kamer eens dat het kabinetsbeleid ten aanzien van de verpleeghuizen zoals dat sinds het uitbreken van de coronacrisis is gevoerd te zijner tijd grondig moet worden geëvalueerd. Een deel van de Kamer lijkt er echter al van overtuigd te zijn dat de overheid forse steken heeft laten vallen. Zo sprak GroenLinks-leider Jesse Klaver van een „grote inschattingsfout” toen hij in herinnering riep dat zorgwerkers met milde klachten volgens de eerste richtlijnen van het RIVM aan het werk konden blijven. In combinatie met het tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondmaskers én de beperkte mogelijkheden van enkele weken geleden om zorgwerkers met milde ziekteverschijnselen op het virus te testen heeft die benadering er volgens hem voor gezorgd dat het virus zich breed in verpleeghuizen heeft kunnen verspreiden.
Ook PvdA, SP, PVV en DENK betwijfelden hardop of de gekozen aanpak wel de juiste is geweest. PvdA-leider Asscher voerde daarbij aan dat ook het Outbreak Management Team dat de ministeriële crisiscommissie bijstaat in zijn jongste advies publiekelijk een verband legt tussen de virusverspreiding in verpleeghuizen en „het aanvankelijk restrictieve testbeleid.”
Volgens De Jonge is het geen geheim dat het ministerie bij het uitbreken van de pandemie worstelde met een tekort aan beschermingsmiddelen en testfaciliteiten. Hij wees erop dat zijn ambtenaren al wekenlang met man en macht werken aan het verbeteren van de situatie. De Jonge zei ook dat het bezoekverbod dat hij een maand geleden afkondigde erger voorkomen heeft.
GroenLinks-leider Klaver zei signalen te krijgen dat ondernemers die het ministerie partijen beschermingsmiddelen aanbieden soms te horen krijgen dat daar inmiddels geen behoefte meer aan is. Volgens De Jonge betreft dat een misverstand en wordt elk aanbod serieus bekeken. Als het departement daar vervolgens niet op ingaat, kan dat komen omdat niet aan de kwaliteitseisen wordt voldaan.
SGP-leider Van der Staaij hekelde het feit dat het beeld van het aantal coronabesmettingen en –sterfgevallen in verpleeghuizen momenteel onvolledig is. Volgens hem moet de Kamer nauwlettend kunnen volgen of maatregelen zoals het bezoekersverbod effectief zijn, net zoals begin deze maand steeds inzichtelijk werd gemaakt of de capaciteit op de ic’s voldoende was opgeschaald. Zijn oproep daartoe werd door een ruime Kamermeerderheid ondersteund.
Kamerbreed leeft ook de gedachte dat hoewel het optimaal beschermen van ouderen en personeelsleden in verzorgingshuizen terecht prioriteit krijgt het tegelijkertijd schrijnend is als bewoners met een korte levensverwachting hun laatste dagen in volstrekte eenzaamheid moeten doorbrengen vanwege het bezoekersverbod. Een oproep van SP en ChristenUnie aan het kabinet om binnen een maand te verkennen of hierin een iets andere balans kan worden gevonden werd unaniem aangenomen.
CU-leider Segers vroeg net als vorige week opnieuw aandacht voor de positie van geestelijk verzorgers tijdens de coronacrisis. Deze keer wilde hij weten of zij volgens de overheid onderdeel zijn van de beroepen die door de NCTV zijn aangemerkt als cruciaal, wat inhoudt dat zij ondanks de crisis ongehinderd hun werk moeten kunnen blijven doen en voorrang moeten krijgen om zich te laten testen bij ziekteverschijnselen. Rutte legde daarop uit dat geestelijk verzorgers in de lijst niet met name worden genoemd, maar wel tot de vitale beroepen gerekend worden. Ze vallen namelijk onder de groep Zorg, Jeugdhulp en (Maatschappelijke) Ondersteuning.
Van De Jonge kreeg Segers nog de toezegging dat hij geestelijken en geestelijk verzorgers expliciet wil noemen als hij daarmee onduidelijkheden kan wegnemen.
Woensdag organiseert de Tweede Kamer een hoorzitting met deskundigen over de app die mensen moet informeren wanneer ze contact hebben gehad met iemand die besmet blijkt te zijn met het coronavirus. De Jonge wil zo’n hulpmiddel graag inzetten, ter ondersteuning van het contact- en brononderzoek van de GGD, maar de Kamer wil eerst van experts horen of dergelijke apps wel effectief zijn en veilig kunnen worden toegepast.