Oost–Duitsers kiezen extremer
Oost–Duitsers kiezen steeds extremer. Bij de verkiezingen zondag in de deelstaten Brandenburg en Saksen staan zowel de ex–communistische PDS als extreem rechtse partijen op winst.
Volgens opiniepeilingen maken de socialisten in Brandenburg een goede kans de grootste partij te worden. In Saksen, een christen–democratisch bolwerk, kan de uiterst rechtse NPD de kiesdrempel van 5 procent halen.
Bondskanselier Schröder zag zich onlangs genoodzaakt te waarschuwen voor de opkomst van extreem rechtse partijen. Hij bestempelde hun stemmenwinst als een groot probleem. De sociaal–democraat vreest de mogelijk nadelige gevolgen voor Duitsland. Zo is hij bang dat buitenlandse investeerders zich terugtrekken.
Zijn eigen partij moet zowel in Brandenburg als Saksen rekening houden met verlies. De kiezer lijkt de SPD op regionaal niveau af te willen straffen voor de hervormingsplannen op sociaal gebied. Protesten tegen de bezuinigingen trokken de afgelopen weken vooral in Oost–Duitsland tienduizenden betogers.
Vijf jaar geleden waren de sociaal–democraten met 39,3 procent nog de grootste partij in het Oost–Duitse Brandenburg. Zij staan op 12 procent verlies in de peilingen. Zij regeren samen met de christen–democraten, die van 26,6 naar 24 procent gaan.
De peilingen voorspellen een forse groei van de PDS van 23,3 naar 31 procent. De nationalistische DVU, die al in het parlement zit, zou 1 procent groter worden.
In het conservatieve Saksen, dat als het Oost–Duitse Beieren geldt, regeren de christen–democraten met een absolute meerderheid. De CDU daalt in de peilingen van 56,9 naar 44 procent.
Een deel van de christen–democratische kiezers lijkt over te stappen naar de rechts–extreme NPD. Behaalde deze partij vijf jaar geleden 1,4 procent, nu staat uiterst rechts op 7 procent. Het zou het grootste succes van de ultranationalistische partijen in de Bondsrepubliek zijn sinds de 12,9 procent van de DVU in 1998 in het aangrenzende Saksen–Anhalt.