’Nieuwe WAO kan alleen na betere voorzieningen’
De WAO–plannen van het kabinet–Balkenende staan op gespannen voet met internationale verdragen over sociale zekerheid. De regering dient een betere voorziening te treffen voor mensen die arbeidsongeschikt zijn ten gevolge van een bedrijfsongeval of beroepsziekte.
Prof. mr. F. Pennings stelt dat in zijn oratie, die hij vrijdag uitspreekt. Sinds 2003 bezet Pennings aan de Universiteit van Tilburg de bijzondere leerstoel Internationaal sociaal zekerheidsrecht.
Volgens de hoogleraar is de versoberde WAO–regeling in strijd met de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Om aan de internationale regels te voldoen dient het kabinet slachtoffers van arbeidsongevallen en beroepsziekten beter te beschermen dan zij nu van plan is.
Pennings: „Het conflict draait om IAO–verdrag nr. 121.” Volgens dit verdrag mogen er geen voorwaarden over een minimumaantal jaren dienstverband of minimumpercentage van arbeidsongeschiktheid worden gesteld. Omdat de Nederlandse WAO geen onderscheid maakt naar oorzaak van de arbeidsongeschiktheid, zullen ook voor de slachtoffers van een arbeidsongeval of beroepsziekten strenge eisen gaan gelden, aldus Pennings. Daarom is volgens hem een extra garantieregeling voor beroepsrisico’s (Egb) nodig.
Pennings stelt dat juist in verband met de toenemende globalisering de normverdragen van belang zijn. „Globalisering leidt tot meer concurrentie, waarbij het risico bestaat dat de competitie mede wordt gevoerd door sociale normen te verlagen. Bovendien bieden de internationale verdragen ook in Nederland bescherming tegen overhaaste hervormingen.”