Werkgevers: investeer waar geld het beste rendeert
De Tweede Kamer maakt een denkfout. Als economisch sterke gebieden niet extra worden gesteund, bereikt Nederland nooit de gewenste koppositie als technologische topregio. De overheid moet daar investeren waar het geld het beste rendeert. Dat staat in een donderdag uitgegeven verklaring van de Limburgse, Brabantse en Zeeuwse werkgeversverenigingen.
Woensdag bleek dat een meerderheid in de Kamer het budget dat beschikbaar is om de regionale economie te stimuleren, op grond van oude afspraken helemaal ten goede wil laten komen van de drie noordelijke provincies. Het gaat om 60 miljoen gulden. Staatssecretaris van Gennip is het daar niet mee eens. Zij wil ook geld reserveren voor kansrijke regio’s, zoals Zuid–Nederland.
Uit een onderzoek van de Universiteit van Maastricht blijkt volgens de werkgeversverenigingen dat er in Zuid–Nederland meer moet worden uitgegeven aan onderzoek en ontwikkeling. Alleen op die manier kan de regio over een aantal jaren gaan behoren bij de meest concurrerende kenniseconomieën in Europa.
Volgens de werkgevers investeert de overheid in de drie zuidelijke provincies slechts 0,37 procent van het bruto binnenlands product (bbp), de som van alle geproduceerde goederen en diensten, in onderzoek en ontwikkeling. Dat is veel minder dan in Europees verband is afgesproken, stellen ze. Het bedrijfsleven legt zelf veel meer op tafel, namelijk 2,4 procent.
