„Brussel bereid tot doorschuiven visquota vanwege coronacrisis”
De Europese Commissie zal „maximaal flexibel” omgaan met verzoeken van vissers om vangstquota die in 2020 niet volledig worden benut, over te hevelen naar 2021. Volgens Europarlementariër Peter van Dalen (ChristenUnie) heeft visserijcommissaris Virginijus Sinkevičius dat toegezegd aan de visserijcommissie van het parlement.
Sinkevičius zou vrijdag met een formele verklaring komen, zei Van Dalen woensdag tijdens een digitale persconferentie. Donderdagmorgen meldde hij echter dat dit niet doorgaat. „De Commissie wil er pas na de zomer concreet naar kijken. De prioriteit ligt nu bij het steunpakket.”
Donderdag en vrijdag vergadert en stemt het Europees Parlement over het pakket steunmaatregelen dat Brussel begin april heeft aangekondigd om de visserij- en aquacultuursector door de coronacrisis te loodsen.
Volgens Van Dalen is de verruiming van de mogelijkheid om quota door te schuiven belangrijk voor Nederlandse schol- en tongvissers. „Volgens de regels mag maximaal 10 procent worden meegenomen naar het volgende jaar. Maar dat is dit jaar te weinig. De ondernemers vissen hun quota bij lange na niet op.”
Nederlandse vissers gaan sinds enkele weken minder lang of helemaal niet de zee op omdat de markt voor platvis, garnalen en Noorse kreeft is ingestort of verstoord door de maatregelen om verspreiding van het coronavirus te voorkomen.
„De markt is voor 50 tot 80 procent gekrompen door het stilvallen van de export”, zegt Van Dalen op basis van contacten die hij heeft met vissers en vishandelaren. „In Duitsland, Italië en België, landen waar 80 procent van de Nederlandse vis naar toe gaat, zitten de restaurants dicht. De prijzen die de vis opbrengt zijn fors gedaald. De situatie is dramatisch.”
De EU versoepelde in maart al de regels voor staatssteun. Het maximale bedrag waarmee lidstaten de sector mogen ondersteunen is verhoogd van 30.000 naar 120.000 euro per ondernemer. Volgens het pakket dat deze week voorligt, krijgen vissers –met terugwerkende kracht vanaf 1 februari– ook compensatie als ze tijdelijk niet uitvaren (stilligregeling). Voor viskwekers die hun productie verminderen geldt hetzelfde. Tevens komt het tijdelijk opslaan van vis, gecoördineerd door zogeheten producentenorganisaties, voor Europese steun in aanmerking. Verder worden nog niet benutte geoormerkte bedragen uit het Europees visserijfonds EFMZV vrijgegeven ten behoeve van het steunpakket. Volgens Van Dalen is uit deze pot nog 2,2 miljard euro beschikbaar. Voor Nederland gaat het om 30 tot 35 miljoen euro.
Volgens Van Dalen staat al vast dat het pakket door het parlement zal worden aangenomen. „Die toezegging heb ik van alle fracties. Bovendien treden de maatregelen meteen in werking. Er hoeft dus niet nog eens over onderhandeld te worden met de Europese Raad, want dat zou vele weken in beslag nemen. Kroatië heeft zich daar als voorzitter sterk voor gemaakt.”
Europarlementariër Bert Jan Ruissen (SGP) stelde vorige week dat mossel- en oesterkwekers buiten de boot dreigen te vallen bij de Europese steun. Volgens Ruissen steekt die in op beperking van het aanbod, door schepen niet te laten uitvaren. Maar schelpdierkwekers kunnen hun aanbod niet beperken, omdat de mosselen doorgroeien. Ruissen heeft daarom gepleit de kwekers te compenseren voor verlies aan inkomen. De vraag naar mosselen is ingestort nu in Europa veel restaurants gesloten zijn.
Woensdagavond liet Ruissen weten dat de definitie van aanbodbeperking waarschijnlijk wordt verruimd, zodat ook de mossel- en oesterkwekers aanspraak kunnen maken op EU-hulp. „Er is overeenstemming over een amendement hierover. Het ziet er erg goed uit voor de kwekers.”