„Natuurgebieden nog te versnipperd”
De aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) kampt nog steeds met problemen. De EHS, een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden, groeit gestaag, maar de samenhang schiet nog tekort.
Dat stelt het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) van het RIVM in zijn donderdag verschenen Natuurbalans 2004.
De regering wil de aanleg van de EHS steeds meer uitbesteden aan anderen. Particulier natuurbeheer levert tot dusverre echter nauwelijks een bijdrage en met agrarisch natuurbeheer kan slechts een beperkt aantal natuurdoelen worden gehaald, aldus het MNP. De vereiste ruimtelijke samenhang tussen de EHS-gebieden staat daarmee onder druk, waardoor de natuur versnipperd blijft.
Provincies moeten van het kabinet een grotere rol krijgen bij de uitvoering van het plattelands- en natuurbeleid. Hun rol en bevoegdheden zijn echter nog niet helder, constateert het planbureau. De regering moet duidelijke afspraken maken met de provincies en kaders stellen, zodat de lagere overheden hun regietaken goed kunnen uitvoeren.
Het aantal mensen dat betrokken is bij natuur en landschap in Nederland is groot, aldus het MNP. Naast bekende actoren als natuurbeschermingsorganisaties en overheden zijn ook projectontwikkelaars en agrarische natuurverenigingen betrokken geraakt bij de inrichting en het beheer van natuur en landschap. Het kabinet wil meer verantwoordelijkheid toekennen aan andere overheden en aan burgers, constateert het MNP. „Gezien de grote betrokkenheid van Nederlanders bij natuur en landschap lijkt de uitgangspositie daarvoor gunstig te zijn.”
De Nederlandse biodiversiteit en de landschapskwaliteit nemen nog altijd af, stelt het MNP in zijn natuurbalans. Met de kwaliteit van beken en rivieren gaat het de goede kant op. Anderzijds worden heide en duinen bedreigd door verzuring en vermesting.
Het weidevogelbeleid is niet effectief. De meeste weidevogelsoorten vertonen een dalende trend. Watersnippen en kemphanen komen nog nauwelijks voor. Het aantal grutto’s en veldleeuweriken neemt gestaag af. Het weidevogelbeleid is niet effectief. Tweederde van de soorten dagvlinders laat een dalende trend zien. Met vleermuizen daarentegen gaat het prima.