Verdachten moord Belgische loodgieter blijven vast
Drie van de zes verdachten blijven vast op verdenking van betrokkenheid bij de verdwijning van en de moord op de Belgische loodgieter Johan van der Heyden (56). Dat besloot de rechtbank in Breda woensdag.
Tot voor kort zwegen de verdachten, maar nu hebben ze met verschillende verhalen vooral verwarring gesticht. Daardoor is onduidelijk wie de man doodde en of dat in België of in Nederland gebeurde.
Van der Heyden verdween 2 juni vorig jaar. In januari dook de politie een met beton gevulde speciekuip op met daarin stoffelijke resten van de man. De speciekuip lag in het Schelde-Rijnkanaal bij het Brabantse Nieuw-Vossemeer. Het lichaam bleek te zijn verbrand en in stukken gezaagd met een kettingzaag.
Eén verdachte was al eerder vrijgelaten, twee zaten nooit vast.
Hoofdverdachten in de zaak zijn Nicky S. (31) en zijn Belgische vriendin Wanda van R. (40). Die zouden de 56-jarige Belg hebben gegijzeld in Zoersel in België en hem in zijn eigen bestelbus naar Steenbergen hebben gebracht. Ze zouden hem willen beroven.
Advocaten van de verdachten zeiden woensdag dat er „gruwelijk veel gelogen” en „gejokkebrokt” wordt door de verdachten, die allemaal naar elkaar wijzen. De meeste schuld wordt toebedeeld aan hoofdverdachte Nicky S. (31). Die zei echter tegen de rechter: „Ik heb niemand gedood en niemand gezaagd.” Hij vertelde over ‘cruciaal bewijs’ te beschikken om de waarheid mee te achterhalen. Dat gaat om telefoons van Wanda en haar kinderen, die ook verdachte zijn, die hij achterover heeft gedrukt. „Ik geef nu iedereen de kans zelf de waarheid te zeggen. Ik dien de telefoons in als ze dat niet doen.”
De zaak gaat 10 juli door.