Buitenland

Twee doden bij aanslag in Irak

Bij een aanslag op een controlepost van het Iraakse leger zijn woensdag twee mensen gedood en tien gewond geraakt. Een van de slachtoffers is een soldaat. De aanslag in Suwayrah, 60 kilometer ten zuiden van Bagdad, werd gepleegd met een autobom. Dat heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken gemeld.

Buitenlandredactie
16 September 2004 10:38Gewijzigd op 14 November 2020 01:38

In de noordelijke stad Ramadi zijn woensdag tien mensen om het leven gekomen bij gevechten tussen Amerikaanse soldaten en soennitische opstandelingen. Ook kwamen er vijf Irakezen om het leven bij een botsing tussen een Amerikaans militair konvooi en drie auto’s van burgers. Drie Irakezen raakten gewond. Het ongeluk gebeurde op een druk kruispunt. De bestuurders van de auto’s zouden het konvooi te laat hebben gezien en niet meer hebben kunnen vermijden.

In Samarra, een stad ten noorden van Bagdad die tot voor kort ook in handen van soennitische opstandelingen was, hebben rebellen een raketgranaat afgevuurd op de Amerikaanse en Iraakse bewakers van het gemeentehuis. Op het moment van de aanval was de gemeenteraad, die vorige week terugkeerde in de stad, bijeen in het gebouw, maar niemand raakte gewond. De plegers van de aanslag wisten te ontsnappen.

Turkije heeft de Iraakse autoriteiten opgeroepen de controle in de voornamelijk door etnische Turken bewoonde noordelijke stad Tal Afar aan die bevolkingsgroep over te dragen. Tal Afar was twee weken lang het toneel van felle gevechten tussen opstandelingen en Iraakse en Amerikaanse troepen. De soldaten wisten de stad zondag in handen te krijgen en er het gezag van de Iraakse interim-regering te herstellen.

Een woordvoerder van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken stelde woensdag dat Tal Afar als Turkmeense stad ook bestuurd moet worden door Turkmenen. Verder deelde hij mee dat Turkije onder meer ambulances en zeven vrachtwagens met voedsel, tenten en dekens naar de stad had gestuurd. Turkije ziet zichzelf als beschermer van de Turkmeense minderheid in Irak.

Een Jordaans transportbedrijf heeft woensdag aangekondigd al zijn werkzaamheden in Irak op te schorten in een poging het leven te redden van een van zijn chauffeurs, van wie een dag eerder bekend werd dat hij is ontvoerd.

De eigenaar van het transportbedrijf, Ibrahim Abul-Sheeh al-Zubi uit Jordanië, heeft alle chauffeurs die op dit moment op weg zijn naar Irak de opdracht gegeven onmiddellijk om te draaien en naar huis terug te keren, zei een woordvoerder van het bedrijf. Ook de chauffeurs die al in Irak zijn, hebben van hun baas het bevel gekregen terug te keren naar Jordanië om het leven van hun collega, Turki Simer Khalifeh al-Breizat, te redden.

De Arabische nieuwszender Al-Jazeera zond dinsdag videobeelden uit van de ontvoerde Jordaanse vrachtwagenchauffeur en drie van zijn gijzelnemers. De gijzelnemers, die zich de ”Brigades van de Leeuwen van Al-Tawhid” noemden, zeiden op de band hun slachtoffer te zullen doden als het bedrijf waar de man voor werkt zich niet binnen 48 uur zou terugtrekken uit Irak.

Al-Breizat vertrok op 2 september met een lading vanuit Jordanië naar Irak. Zijn vrouw verklaarde dat zij hem sinds 7 september niet meer op zijn mobiele telefoon heeft weten te bereiken.

Eerder deze week waarschuwden Iraakse opstandelingen Jordaanse chauffeurs niet meer naar Irak te komen. Volgens de opstandelingen vervoeren de chauffeurs voorraden voor het Amerikaanse leger in Irak. Mochten de Jordaniërs hun werk in Irak toch voortzetten, dan zouden ze vermoord worden, aldus de opstandelingen.

De Australische regering heeft alle 225 Australische burgers van wie bekend is dat ze zich in Irak bevinden, getraceerd. Daarmee groeit de hoop in het land dat de bewering van Iraakse opstandelingen dat zij twee Australische beveiligingsbeambten hebben ontvoerd, niet serieus genomen hoeft te worden.

Een groep die zich de Horror Brigades van het Islamitische Geheime Leger noemt, verklaarde maandag twee Iraakse beveiligingsbeambten en twee Aziaten te hebben ontvoerd op een weg tussen Bagdad en Mosul. De groep dreigde de gijzelaars te vermoorden als Australië niet binnen 24 uur al zijn troepen uit Irak zou terugtrekken.

De Australische regering probeerde woensdag nog steeds te achterhalen of de verklaring authentiek is. Het gestelde ultimatum verliep in ieder geval zonder dat de ’gijzelnemers’ nog iets van zich lieten horen en het Australische ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel verklaarde dat het met alle 225 in Irak aanwezige Australiërs contact had gehad. Op de vraag of de bewering over de gijzeling op waarheid berust, antwoordde de Australische premier John Howard: „Ik weet het niet. Ik hoop van niet, we hopen en bidden allemaal dat het niet waar is.”

Australië heeft al verklaard in geen geval losgeld te betalen en ook niet van plan te zijn zijn 880 militairen terug te trekken uit Irak in ruil voor de vrijlating van gijzelaars.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer