Thuislozen Amsterdam eeuw onder dak
HVO-Querido is dit jaar een eeuw actief. Wat aanvankelijk kleinschalig begon als hulp aan daklozen in Amsterdam, is uitgegroeid tot een organisatie die actief is voor mensen die opvang en begeleiding nodig hebben.
Dat eeuwfeest vierde HVO-Querido woensdagmiddag in de Poeldijkstraat in Amsterdam met een feestelijke barbecue. Ook werd het eerste exemplaar van een boek over de organisatie gepresenteerd, dat koningin Beatrix in ontvangst nam.
Het moest vooral een informele bijeenkomst worden, dus hield HVO-directeur J. Fransman het kort in zijn toespraak. Hij memoreerde dat de koninklijke familie zich al een eeuw nauw betrokken toont bij zijn organisatie. Zo opende de Koningin het pand aan de Poeldijkstraat in 1982. Na de toespraak liep de vorstin ontspannen keuvelend met cliënten rond over het terrein, af en toe een vlaag rook van een van de vele barbecues trotserend.
Op 13 september 1903 opende het voormalige heilssoldatenechtpaar Jonker aan de Bloemgracht in Amsterdam een opvanghuis voor daklozen, dat in 1904 Hulp voor Onbehuisden ging heten. Later zou de organisatie fuseren met Querido, een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Een eeuw later is HVO-Querido de grootste hulpverlenende organisatie voor dak- en thuislozen in Amsterdam.
Anno 2004 heeft de instelling 650 mensen op de loonlijst staan, die actief zijn op 35 locaties. De hulp beperkt zich niet langer tot dak- en thuislozen, maar gaat ook naar mensen met een psychiatrische handicap, mishandelde vrouwen en verslaafden. Het boek ”Kleurrijk leven” vertelt hoe aanvankelijk particuliere geldschieters en vrijwilligers de zorg regelden, totdat de overheid steeds meer taken ging financieren, wat professionele hulp mogelijk maakte.
De vele cliënten van HV-Querido lieten zich de aangeboden etenswaren woensdag goed smaken, al kreeg een enkeling geen hap meer door de keel. Louter de verschijning van het staatshoofd doet veel mensen al in opperste staat van opwinding verkeren, maar als de Koningin je dan ook nog een hand geeft en even met je praat, wordt dat een enkeling echt teveel.
Na een kort onderhoud zat een oudere vrouw van opwinding te trillen. „Mensen, mensen, dat ik dit nog mag meemaken.” Een paar meter verderop was nog net een glimp te zien van Beatrix’ opvallende hoed. Die werd al bijna aan het zicht onttrokken door een haag van cameralieden, enige politieagenten en een handvol notabelen, die zich in de directe nabijheid van de vorstin koesterden.