Curaçao beschouwt noodhulp als eerste stap
De Curaçaose minister-president Eugene Rhuggenaath beschouwt de noodhulp van Nederland als een eerste stap. Rhuggenaath reageerde donderdag op de beslissing van Nederland om 177 miljoen gulden (90 miljoen euro) toe te kennen als noodhulp voor een periode van zes weken. Curaçao had om 765 miljoen (390 miljoen euro) voor drie maanden gevraagd. Rhuggenaath: „We beschouwen het als een begin en zullen verder praten met Nederland.”
Tegelijkertijd benadrukte hij dat Curaçao zelf financieel orde op zaken moet stellen. „We zitten in een crisis en moeten haast maken met maatregelen die we allang hadden moeten nemen.” Zo noemde hij kostenbesparingen en meer efficiëntie in de overheid, maar ook het invoeren van een Balkenendenorm voor salarissen in de publieke sector en een snellere pensioenering van ambtenaren van 60 jaar en ouder.