Kabinet helpt Caribische eilanden met ‘zachte leningen’
Het kabinet helpt Aruba, Curaçao en Sint-Maarten uit de brand met renteloze leningen om de meest acute financiële nood als gevolg van de coronapandemie te verlichten. Dat heeft minister Raymond Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) gezegd na afloop van de wekelijkse ministerraad.
De leningen hebben een looptijd van twee jaar en kennen gedurende die periode geen aflossingsverplichting. „Een zachte lening zou je kunnen zeggen, waarvan bij eventuele herfinanciering wordt bekeken wat dan de voorwaarden zullen zijn”, zegt Knops. In de tussentijd wordt gewerkt aan „maatregelen die moeten leiden tot financiële deugdelijkheid op de langere termijn”.
De hoogte van de noodlening verschilt per land en is afhankelijk van de liquiditeitsbehoefte voor de komende zes weken. Zo krijgt Curaçao 177 miljoen Antilliaanse gulden (90 miljoen euro), Aruba 42,8 miljoen Arubaanse florin (22 miljoen euro) en Sint-Maarten 50,2 miljoen Antilliaanse gulden (ruim 25 miljoen euro).
Knops benadrukte dat Nederland Curaçao, Aruba en Sint-Maarten wil helpen. „Maar er is door de landen ook gevraagd om begrotingssteun. Daar willen we over praten, maar dan moeten we het tegelijkertijd hebben over het op orde brengen van de overheidsfinanciën. Die waren voor de crisis bij alle landen niet op orde.”
Hij vergeleek dat met de huidige discussie in Europa, waar er ook landen zijn die geen buffers hebben opgebouwd. Volgens Knops moeten in de Caribische landen zaken als „belastingen, grondexploitatie, pensioensystemen” worden aangepakt om eventuele schokken in de toekomst wel op te kunnen vangen.
Hij noemde dat „lastige politieke keuzes”. Maar volgens Knops kan het niet zo zijn dat drie landen in het Koninkrijk financieel afhankelijk zijn van Nederland.