Nieuwe cao voor werknemers in het voortgezet onderwijs
De VO-raad en de onderwijsbonden hebben een akkoord bereikt over een nieuwe cao voor de ruim 100.000 werknemers in het voortgezet onderwijs. Alles bij elkaar becijfert CNV Onderwijs het op een loonstijging van 3,35 procent. Onder de cao vallen leerkrachten, schoolleiders en ondersteunend personeel.
Leraren van middelbare scholen en hun collega’s in het basisonderwijs legden de afgelopen jaren meermaals het werk neer om een hoger salaris en verlichting van de werkdruk af te dwingen. Dat gebeurde eind januari nog.
Onderwijzend en ondersteunend personeel ontvangt met terugwerkende kracht een structurele loonsverhoging van 2,75 procent op 1 maart 2020. Verder wordt de eindejaarsuitkering met 0,6 procent verhoogd naar 8 procent. In juni volgt een eenmalige uitkering van (naar rato) 750 euro bruto. Dat hebben VO-raad en bonden laten weten. Nu moeten hun achterbannen er nog over praten. CNV Onderwijs legt het pakket voor met een positief advies.
Verder zijn afspraken gemaakt over onder meer werkdrukverlichting, inkorting van salarisschalen voor schoolleiders, tijdelijke contracten en professionalisering. Ook hebben de cao-partijen afgesproken in de looptijd van deze cao aan de slag te gaan met het vernieuwen van de arbeidsvoorwaarden, taakbeleid en duurzame inzetbaarheid.
VO-raad en CNV Onderwijs laten weten blij te zijn het cao-overleg afgerond te hebben. Onderhandelaar Hans de Jong (CNV): „Juist in de huidige crisis met zoveel onzekerheid is het voor het onderwijspersoneel belangrijk dat er eindelijk duidelijkheid komt over de arbeidsvoorwaarden. De oude cao was al een half jaar verlopen, dat is niet passend in een cruciale sector. CNV Onderwijs, de andere bonden en de VO-Raad zijn daarom tevreden met dit resultaat.”
De VO-raad laat weten: „Helemaal in deze onzekere tijden van corona is het belangrijk dat er duidelijkheid is over het arbeidsvoorwaardenpakket, met daarin waardering voor alle medewerkers die zich ook in deze moeilijke omstandigheden inzetten om goed onderwijs overeind te houden.”
Ook onderwijsminister Arie Slob wijst op de „moeilijke tijd vanwege het coronavirus” die het onderwijs doormaakt. Hij vindt het ook daarom „goed nieuws” dat werkgevers en werknemers eruit zijn gekomen.
De onderwijsbond AOb is niet helemaal tevreden, omdat er bijvoorbeeld niet genoeg is afgesproken over de werkdruk. Toch heeft de AOb ervoor gekozen afspraken te maken met de werkgeversorganisatie. „We wilden de loonruimte die er nu is, benutten. Waren we uit de onderhandelingen gestapt, dan was er misschien geen loonsverhoging gekomen. Omdat het zulke onzekere tijden zijn, wilden we die loonsverhoging wel binnenslepen”, zegt bestuurder Henrik de Moel. „Maar we hebben er gelijktijdig voor gekozen om de looptijd van de cao te beperken tot 1 januari 2021. Hopelijk kunnen we de hoge werkdruk in 2021 wel te lijf gaan met structurele oplossingen.”