Ferrari is „extreem teleurgesteld” in de Europese respons op de pandemie, zegt hij in een verklaring aan de Financial Times. Volgens hem ontbreekt alle coördinatie tussen de lidstaten als het gaat om gezondheidsbeleid. Ook hekelt hij het verzet tegen financiële steunmaatregelen, eenzijdige besluiten om grenzen te sluiten en de in zijn ogen beperkte wetenschappelijke samenwerking.

Hij had voorgesteld om een speciaal programma met de beste wetenschappers op te zetten in de strijd tegen Covid-19, maar kreeg de handen daarvoor niet op elkaar. Ferrari (60) zet die strijd naar eigen zeggen wel voort, maar dan „weg van de kantoren in Brussel, waar mijn politieke vaardigheden duidelijk niet adequaat zijn”.

De ERC betreurt de verklaring van Ferrari en zegt in een reactie dat alle negentien actieve leden van de wetenschappelijke raad het vertrouwen in hem hadden opgezegd. Zij hadden hem op 27 maart unaniem gevraagd af te treden. Hij zou de afgelopen maanden een compleet gebrek aan inzicht hebben getoond in de bestaansreden van de ERC en belangrijke vergaderingen hebben gemist. Ook heeft Ferrari „kostbare tijd” in de VS doorgebracht, programma’s van de ERC niet verdedigd en zonder overleg persoonlijke (ook commerciële) initiatieven ontplooid, aldus de ERC in een verklaring. De organisatie wijst op de meer dan vijftig ERC-onderzoeksprojecten rond de Covid-19-pandemie ter waarde van 100 miljoen euro.