Ministerie had te weinig grip op geluidsisolatie Schiphol
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat had te weinig grip op de geluidsisolatie van woningen rond Schiphol. Daardoor dreigen de kosten van de tweede fase van het project meer dan te verdubbelen tot een kleine 400 miljoen euro. Controle op de financiën schoot tekort, waardoor een deel van de uitgaven mogelijk onrechtmatig is. Sommige opdrachten zijn niet juist aanbesteed.
Dat staat in een rapport van de Algemene Rekenkamer over de geluidsisolatie rond Schiphol dat woensdag is verschenen. Het ontbrak het ministerie bij de isolatie aan een goede raming van de kosten en er werden meer woningen geïsoleerd dan de bedoeling was. Vertragingen leidden tot schadevergoedingen aan aannemers en nieuwe contracten vielen duurder uit.
Tussen 1995 en 2005 zouden 14.000 woningen geïsoleerd worden, daarvan zijn er nu 7000 klaar. Toen Rijkswaterstaat in 2000 het project van Schiphol overnam waren nog maar 210 van de geplande 4114 woningen geïsoleerd. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat had toen geen goed inzicht wat de vertraging extra zou gaan kosten. Ook een goede planning ontbrak. Aan afspraken over de maximale kosten per woning heeft het ministerie zich niet gehouden omdat woningen die niet geïsoleerd zouden worden hiervoor toch in aanmerking kwamen.
Ook door het veranderen van geluidszones, de toevoeging van warmte–isolatie en het toestaan van gedeeltelijke isolatie, liepen de kosten op. Door de vertraging die dat tot gevolg had, claimden aannemers die niet aan het werk konden, dat ze recht op een schadevergoeding hadden. Nieuwe contracten met aannemers en ingenieursbureaus vielen duurder uit.
Volgens de Algemene Rekenkamer moet de eindafrekening van het project goed gecontroleerd worden.
Staatssecretaris Schultz van Verkeer en Waterstaat onderschrijft de conclusies van de Rekenkamer. Ze zegt deze te betrekken bij de isolatie van de resterende woningen. Ook wijst ze op een reeks maatregelen die ze sinds haar aantreden al heeft genomen, zoals een scherpere controle op de uitgaven en een betere bedrijfsvoering. Schultz heeft zich naar eigen zeggen al meer rekenschap gegeven van vertragingen en extra kosten die bijvoorbeeld het aanpassen van geluidszones met zich brengen.
In de begroting voor volgend jaar heeft Schultz al 42 miljoen opgenomen om kosten die ze niet kan doorberekenen aan de luchtvaartsector, te dekken. Ze zit nog met een gat van 68 miljoen. In totaal neemt ze dus 110 miljoen voor haar rekening.
Ook Schiphol heeft gefaald, vindt de Algemene Rekenkamer, maar de luchthaven wijst met een beschuldigende vinger naar het ministerie van Verkeer en Waterstaat en naar bewoners, die niet goed meewerkten.
Schiphol zou graag hebben gezien dat de rekenkamer ook had onderzocht of het ministerie wel alle kosten mag doorberekenen aan de luchtvaartsector. Dit zou bijvoorbeeld niet gelden voor geld dat is besteed aan warmte–isolatie. Maar G. de Jong, collegelid bij de Algemene Rekenkamer, zegt niet precies te kunnen vaststellen welke kosten wel doorberekend mogen worden en welke niet. „Daar kunnen we niet precies met een mesje in knippen."
Voorzitter Kees Weijer van het Platform Vliegoverlast Amsterdam meent dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat „een bolwerk is, waar geen enkele controle heerst". „Het is waanzinnig dat de overheid 42 miljoen gaat betalen. Waar blijft het principe ’de vervuiler betaalt’? Schiphol heeft een aardige winst gemaakt, dus waarom klopt de overheid daar niet eens aan?"