Economie

Oud-melkboeren willen zuivelmuseum

Er staan compleet ingerichte oude melkventwagens, duizenden melkflessen en vitrines vol laboratoriumapparatuur. De unieke collectie is soms letterlijk opgestapeld in een onooglijke loods op een industrieterreintje in Rotterdam. Bram den Braber (50) uit Poortugaal heeft momenten dat hij zich schaamt. „Landen zoals Duitsland en België met een veel minder rijke zuivelhistorie hebben wel een eigen museum en Nederland niet.”

Ad Ermstrang
15 September 2004 09:08Gewijzigd op 14 November 2020 01:38
ROTTERDAM– Bram den Braber van De Melkmaten schaamt zich wel eens. „Landen zoals Duitsland en België met een veel minder rijke zuivelhistorie hebben wel een eigen museum en Nederland niet.” Foto Roel Dijkstra
ROTTERDAM– Bram den Braber van De Melkmaten schaamt zich wel eens. „Landen zoals Duitsland en België met een veel minder rijke zuivelhistorie hebben wel een eigen museum en Nederland niet.” Foto Roel Dijkstra

Als kind was hij al geboeid door de productie en verkoop van melk. Zijn vader ventte met melk en zijn grootvader bezat in Zeeland een boerderij annex melkslijterij. „Ik denk dat ik al meer dan veertig jaar zuivelspullen verzamel,” aldus Den Braber. De uit de hand gelopen hobby mondde uit in het samenvoegen van zijn collectie met die van twee andere liefhebbers.

Alle eigendommen zijn ondergebracht in de Stichting Melkboeren- en Zuivelmuseum De Melkmaten. Ook staan er veel spullen die eigenaren hebben geschonken of langdurig in bruikleen gegeven. De plannen voor het verwerven van een eigen museumgebouw in een minder stedelijke omgeving zijn in een vergevorderd stadium.

Samen met Peter van Moerkerk uit Oosterhout (Gelderland) en Jaco Heeren uit Heveadorp vormt voorzitter Den Braber het stichtingsbestuur. Alle drie gingen ze in de jaren zeventig met een melkwagen langs de deur. Den Braber hield het in 1978 voor gezien.

Het verval van het ooit zo bloeiende vak kwam snel. Er rijden in Nederland nu naar schatting nog 800 winkelwagens, meestal onder de vlag van S&P (Service en Partner). Hun eigenaars verkopen niet alleen melkproducten. „Vergelijk dat eens met de naoorlogse jaren. Toen waren er alleen in Amsterdam al 2000 melkboeren werkzaam. Toch is de melkman nog steeds een begrip. De leus: „Leve de man van de SRV” kent iedereen.”

Den Braber verzamelde vooral industriespullen, van de andere voormalige melkboeren zijn meer stukken uit de melkhandel afkomstig. De loods kan de steeds verder uitdijende collectie nauwelijks meer bergen. Dicht opeengepakt staan op de benedenverdieping een lange melkfiets, een trapfiets en de gemotoriseerde karretjes die lang het straatbeeld mee bepaalden. Achter stapels met kratten melkflessen zijn twee bijzondere ramen van de voormalige melkfabriek van Van Grieken verstopt. Voor een echte oude SRV-wagen is geen plaats meer. „We kunnen er wel eentje bemachtigen,” zegt Den Braber spijtig.

Ook op de eerste verdieping, waar een ander deel van de melkventerij, de industriële stukken en het archief zijn ondergebracht, is het overvol. Daar staan ook drie koperen melkketels te pronken. Eén ervan dateert uit 1890. „Uniek”, noemt Den Braber de collectie perkamenten boterwikkels, afkomstig van de 1500 melkfabriekjes die Nederland vroeger telde.

Den Braber en zijn medebestuursleden willen geen verzamelaars worden genoemd. „Dit is een plaats waar alles over de zuivel wordt getoond. En een educatieve attractie voor de jeugd, die van melk vaak niet meer weet dan dat de drank uit de supermarkt komt.” Om het predikaat kenniscentrum waar te maken, is er de afgelopen jaren hard aan de organisatie gewerkt en wordt met hulp van vrijwilligers de collectie verder uitgebreid en toegankelijk gemaakt.

De Melkmaten werft donateurs om de groeiende uitgaven te bekostigen. Iedere voor- en najaar zijn er enkele contactdagen en driemaal per jaar verschijnt een nieuwsbrief waaraan ook een hoogleraar zuivelkunde zijn medewerking verleent. De Melkmaten staat op vakbeurzen, leent delen van de collectie voor presentaties in andere musea uit en verleent medewerking aan onderzoekers, reclamemakers en filmproducenten.

Enthousiast struinen de bestuursleden in hun schaarse vrije tijd stad en platteland af om (archief)materiaal te bemachtigen. Gebrek aan geld vormt daarbij een duidelijke drempel. Ook voor dit jaar verwacht de stichting weer een tekort op de exploitatie, een bedrag van naar schatting 8000 euro. De inkomsten van de donateurs zijn onvoldoende om de huur van de loods te betalen, zodat het drietal steeds uit eigen zak bijpast.

Een goede presentatie heeft voor hen de hoogste prioriteit. Met een gemeente in het Rivierengebied wordt onderhandeld over een gebouw dat voldoet aan de eisen voor een echt zuivelmuseum. Den Braber: „We hebben nu 200 vierkante meter, daar hebben we de beschikking over 1200 meter. We kunnen in die omgeving waarschijnlijk meeliften met de toeristische ontwikkelingen. Wellicht krijgen we steun van zuivelbedrijven en agrarische organisaties.”

In oktober worden weer contactdagen gehouden. Voor data en afspraken: tel. 010-5010579, 026-3332429 en www.zuivelmuseum.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer