Minister: Gedoog permanente bewoner vakantiehuisje in coronatijd
Gemeenten moeten mensen die clandestien in een vakantiehuisje wonen tijdens de coronacrisis gedogen, vindt het kabinet. Minister Stientje van Veldhoven (Wonen) wil voorkomen dat nog eens tienduizenden mensen „in deze uitzonderlijke tijd op straat belanden”.
Ongeveer 55.000 mensen wonen het hele jaar door in een recreatiewoning, schat Van Veldhoven, terwijl dat niet mag. Gemeenten proberen dat tegen te gaan en leggen daarom bijvoorbeeld dwangsommen op. Maar nu het coronavirus rondwaart en mensen zo min mogelijk met elkaar in aanraking moeten komen, is het onwenselijk dat mensen hun boeltje moeten pakken of zelfs op straat komen te staan, klinkt het steeds vaker.
Van Veldhoven roept gemeenten op zich af te vragen of het nu wel nodig is om op te treden tegen de permanente bewoners. Ze zouden bovendien „de menselijke maat” in het oog moeten houden, die „nu belangrijker is dan ooit”. En dreigende of al opgelegde dwangsommen voorlopig moeten opschorten.
Onder andere Zeeland heeft vakantieparken, maar ook vakantieverblijven in bijvoorbeeld jachthavens, afgelopen week gesloten. Van Veldhoven roept de veiligheidsregio’s die daartoe overgaan op om ruimhartig uitzonderingen te maken voor bijvoorbeeld arbeidsmigranten. Die zijn vaak aangewezen op zulk onderdak en dreigen nu dakloos te worden. „Als er geen onveilige situatie bestaat” en bewoners een eigen keuken en badkamer hebben, „zie ik op dit moment geen reden om deze mensen op straat te zetten”.
Als er wel „een onveilige, ongezonde of criminele situatie” bestaat, zouden gemeenten volgens Van Veldhoven er goed aan doen een oplossing voor de bewoners te zoeken.