Reorganisatie Tata Steel uitgesteld om coronavirus
Staalfabrikant Tata Steel stelt zijn plannen voor een reorganisatie van zijn Europese activiteiten uit tot na 1 juli vanwege de coronacrisis. Het bedrijf wilde eigenlijk in april overleggen met vakbonden en ondernemingsraden over de plannen, maar die consultaties zijn door alle beperkingen rond de virusuitbraak onmogelijk. Dat laat topman Henrik Adam van Tata Steel Europe weten in een memo aan het personeel.
Tata Steel kondigde vorig jaar aan in de kosten te willen snijden van zijn Europese activiteiten, gezien de moeizame marktomstandigheden. Aanvankelijk wilde het Indiase concern bij die onderdelen, waaronder het voormalige Hoogovens in IJmuiden, 3000 banen schrappen. Onlangs verlaagde Tata Steel dat streefgetal naar 1250 banen.
Tata Steel wordt in Europa hard getroffen door de coronacrisis. De Europese auto-industrie, de belangrijkste afzetmarkt voor de staalmaker, ligt grotendeels stil met een gekelderde vraag naar staal als gevolg. Alle vier de Europese hoogovens van Tata Steel draaien nu op verminderde kracht.
Bij het uitstel van de gesprekken over banenreducties spelen ook steunmaatregelen van de overheid een rol. De Nederlandse en Europese directies van Tata Steel meldden in een apart bericht aan het personeel gebruik te willen maken van de Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW). Daarbij vergoedt de Nederlandse overheid tot 90 procent van de loonkosten voor bedrijven die door de coronacrisis zijn getroffen. Een voorwaarde is dat deze bedrijven tijdens de periode dat zij subsidie ontvangen geen aanvraag doen voor ontslag om bedrijfseconomische redenen.
Vakbonden zijn fel tegen ontslagen in Nederland. FNV wijst daarbij op een werkgelegenheidspact, waarin is afgesproken dat personeel tot 2021 niet gedwongen ontslagen kan worden. Vakbondsbestuurder Roel Berghuis laat weten blij te zijn met het uitstel. „Het zou onmenselijk zijn om in deze moeilijke tijd medewerkers, die juist nu laten zien wat ze waard zijn, met ontslag te confronteren.”