Dat zei de minister maandag tijdens een lezing aan de Universiteit Nyenrode. Jorritsma ging uitvoerig in op het succes van de paarse coalitie en verweet critici daar onvoldoende oog voor te hebben. Veranderingsprocessen vergen tijd, maar sommige mensen willen onmiddellijk resultaat zien, aldus de liberale vice-premier.

Sinds 1994 groeide de Nederlandse economie met 25 procent en het aantal banen met meer dan 1 miljoen. De werkloosheid daalde van 8,7 procent naar 3,8 procent. „Het is verbazend hoe kort van geheugen we zijn. Werkloosheid en staatsschuld waren de grote, schier onoplosbare problemen van de jaren negentig,” aldus Jorritsma. „We hebben die problemen opgelost, en andere landen benijden ons.” De bewindsvrouw bestreed dat dit ten koste is gegaan van de publieke sector. De uitgaven aan gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur gingen omhoog.

Nederland doet het beter dan de andere Europese landen, aldus Jorritsma. „De welvaart is in ons land 15 procent groter dan het gemiddelde van de Europese Unie. We staan nu op de vierde plaats, tegenover zevende in 1994.” Jorritsma schreef die goede prestatie toe aan „levenslang leren” en relatief veel gebruik van internet.

Het gaat er nu om het economische succes niet te verspelen door looneisen die niet in verhouding staan tot de arbeidsproductiviteit. Bovendien moeten nieuwe bronnen van economische groei worden aangeboord. Innovatie, goed functionerende markten en meer ondernemerschap zijn volgens Jorritsma goede aanjagers van economische groei.

„Sommige burgers wantrouwen dit beleid en zijn alleen te overtuigen door snelle resultaten.” Ze doelde daarbij op de kritiek rond het vrijmaken van de markt van de taxi’s, de energiemarkt en de kritiek op de spoorwegen. Maar volgens Jorritsma wordt de situatie vóór de veranderingen „geïdealiseerd.”