Onderhouding
Gods wijsheid in de schepping wordt heerlijk ontdekt als we de liefelijke harmonie en overeenstemming zien die er is tussen verschillende soorten van creaturen. Sommige hebben alleen een wezen, zoals de hemel en de aarde. Andere hebben wezen en leven, gelijk gras, bomen en planten. Weer andere hebben wezen, leven en gevoel, zoals de beesten. De hoogste in de schepping is de mens, die wezen, leven, gevoel en verstand heeft.Dus merken wij dat in de schepping deze vier gradaties in orde zijn gesteld en dat de minste de meerdere moet dienen tot gebruik. De hemel en de aarde voeden immers het kruid. Kruid en gras voeden de beesten. De beesten voeden en dienen de mens. En de mens -als hij het doel van de schepping nakomt- dient zijn Schepper.
Wie heeft al deze dingen zo kunnen bedenken, in orde gesteld en zonder verwarring onderhouden, dan Hij alleen, Die de wijsheid Zelf is? Menselijke ordeningen kunnen falen, maar Gods orde over Zijn creaturen is volkomen. Hoelang de schepping ook staat, er komt geen verwarring, noch verandering zonder dat het Hem belieft. Niettemin is de natuur door de zonde van de mens enigermate gekrenkt. Maar God houdt haar staande binnen haar palen, zodat zij het gehele lichaam van de wereld niet kunnen scheuren of vernielen. Zij moet blijven, totdat ze in de jongste dag veranderd en vernieuwd wordt.
G. Udemans, predikant te Zierikzee (Christelijke bedenkingen voor een gelovige Ziel, 1643)