Bouwproductie staat voor krimp van 15 procent
Voor de bouwsector dreigt de derde crisis in twaalf jaar tijd. Volgens een berekening van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) zal de bouwproductie mede als gevolg van de coronacrisis met 15 procent dalen, waarbij 40.000 banen verloren gaan. Het effect op de werkgelegenheid dit jaar zal 15.000 banen zijn. Vooral flexwerkers en uitzendkrachten moeten vrezen voor hun baan.
Volgens het EIB zorgt de coronacrisis niet alleen voor een lockdown, maar stellen zowel zakelijke als particuliere klanten hun investeringen uit. Gelet op de doorlooptijden in de bouw strekken de problemen zich uit over een periode van twee jaar.
Ook als de Nederlandse economie komend jaar weer stevig herstelt, zal de bouw volgens het EIB de negatieve gevolgen van de coronacrisis nog steeds sterk ervaren. Daarbij komen ook nog eens de maatregelen rond PFAS en stikstof de de bouw parten spelen. In de periode 2022-2024 staat de sector volgens de EIB weer voor een stevig herstel.
Het EIB benadrukt dat de productie van de bouwsector in grote mate afhankelijk is van investeringen. „Op het moment dat de Nederlandse economie uit het dal omhoog komt, galmt de klap van weggevallen investeringsplannen nog na”, waarschuwt het EIB. In de berekeningen gaat het instituut uit van een krimp van de Nederlandse economie met ongeveer 5 procent.
Verder wijst het EIB op de vergunningverlening die door de coronacrisis wordt bemoeilijkt. Dit jaar zal al sprake zijn van minder vergunningen. Omdat het tijd kost om van vergunning naar oplevering te komen neemt het aanbod van woningen na 2021 maar geleidelijk toe.
Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland, zegt in een reactie dat er behoefte is aan een Deltaplan voor de Nederlandse economie. „Een plan met gerichte investeringen in belangrijke ambities van het kabinet op het gebied van woningbouw, bereikbaarheid en duurzaamheid.”
Het plan moet erop gericht zijn om tienduizenden extra huizen te realiseren en tot verdere verduurzaming van de woningvoorraad te komen. Volgens Verhagen moeten grote publieke opdrachtgevers het voortouw nemen. Hij wijst ook op maatregelen om private investeringen aantrekkelijk te maken.