Vakbond boos over crisisingreep lampenfabrikant Signify
Verlichtingsfabrikant Signify probeert de cao van zijn werknemers open te breken vanwege de coronacrisis, maar heeft vakbonden daarbij gepasseerd. Dat stelt vakbond CNV, nadat Signify de uitbetaling van een prestatiebeloning wilde verschuiven.
Signify heeft werknemers om een loyaliteitsbijdrage gevraagd waarbij ze, onbetaald, 20 procent minder zouden werken. Daarnaast wil de voormalige lampendivisie van Philips een prestatie-afhankelijke loonsverhoging uitstellen van 1 april naar 1 oktober. De multinational laat weten dat die ingrepen voor werknemers wereldwijd gelden.
CNV vindt het niet kunnen dat de vakbonden daar niet eerst over gehoord zijn, zegt vakbondsbestuurder Arjan Huizinga. Daarnaast eist de bond meer openheid van zaken over de financiële staat van het bedrijf. Volgens Huizinga is het nu niet duidelijk of de offers die van werknemers worden gevraagd wel genoeg zijn om Signify door de coronacrisis heen te loodsen. Anderzijds zou Signify bij een omzetverlies van meer dan 20 procent aanspraak kunnen maken op noodmaatregelen van de overheid voor werkbehoud, betoogt de bond.
Signify laat in een reactie weten dat de ingrepen bedoeld zijn voor werkbehoud. „We doen dit om ervoor te zorgen dat we nog steeds de financiële middelen hebben om gaande te blijven”, aldus een woordvoerder. Hij wijst er ook op dat hogere leidinggevenden en de raad van commissarissen 20 procent van hun loon inleveren.