Verdachten aanslag Telegraaf blijven vast
Drie verdachten die een prominente rol zouden hebben gespeeld in een bende die gestolen vluchtauto’s aan criminelen leverde, blijven in voorarrest. Twee van hen worden ook verdacht van betrokkenheid bij de aanslag op het gebouw van De Telegraaf in 2018. Een vierde verdachte komt om gezondheidsredenen vrij. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam in een tussentijdse zitting besloten.
De zitting was ingelast voor een beoordeling van het voorarrest. De inhoudelijke behandeling van de zaak tegen de mannen en zeven medeverdachten die al eerder op vrije voeten kwamen ging op 9 maart van start, maar werd na drie zittingsdagen afgeblazen vanwege het coronavirus. Dat gebeurde een dag voordat het OM de strafeisen tegen de elf verdachten zou uitspreken.
De verdachte die het vervolg van de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak in vrijheid mag afwachten, is een 31-jarige man die onder meer garageboxen zou hebben geregeld voor het stallen van gestolen auto’s. De man heeft problemen met zijn luchtwegen. Gezien de situatie rond het coronavirus mag hij van de rechtbank de gevangenis verlaten.
Bij de aanslag op het gebouw van De Telegraaf op 26 juni 2018 werd met een gestolen bestelauto de pui van het kantoorpand aan de Basisweg in Amsterdam geramd. Door de stevige constructie van de gevel bleef de auto steken. Daarna stak de bestuurder de auto in brand. Bij de aanslag raakte niemand gewond. Wel ontstond forse schade.
De verdachten die aan de aanslag op De Telegraaf zijn gelinkt, hebben in alle toonaarden ontkend. Ook hebben alle verdachten tegengesproken dat zij een bende vormden die gestolen auto’s leverde. Justitie beschuldigt de verdachten van diefstal, brandstichting, vernieling, heling en lidmaatschap van een criminele organisatie.
Het is nog niet bekend wanneer de zaak verder gaat.