Meer Nederlandse coronapatiënten naar Duitse ziekenhuizen
Duitse ziekenhuizen kunnen mogelijk meer Nederlandse coronapatiënten opnemen. In diverse regio’s in Duitsland is nog ziekenhuiscapaciteit over, omdat daar sprake is van „een minder uitgesproken epidemie”, zegt voorzitter Ernst Kuipers van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS). Tot nog toe hebben drie Duitse ziekenhuizen Nederlandse Covid-19-patiënten overgenomen. In totaal gaat het volgens Kuipers tot nu toe om „minder dan tien” patiënten.
„Het hangt er natuurlijk van af hoe het zich daar verder ontwikkelt”, aldus Kuipers, die tevens bestuursvoorzitter is van het Erasmus MC in Rotterdam.
Nederlandse ziekenhuizen zijn allemaal drukdoende hun capaciteit op de intensive care uit te breiden. Momenteel zijn al ongeveer 1900 bedden beschikbaar. Dat aantal moet tot zondag nog stijgen tot 2400.
„In heel korte tijd je ic-capaciteit verdubbelen is een majeure inspanning”, aldus Kuipers. In totaal lagen woensdag 1191 mensen met Covid-19 op de intensivecareafdelingen. Van alle plaatsen op de ic’s moeten er ruim 500 beschikbaar blijven voor niet-coronapatiënten.
Kuipers benadrukt dat het „ontzettend belangrijk” is om ook aan hen goede zorg te blijven verlenen. Bedden op de ic blijven bijvoorbeeld ook nodig voor kankerpatiënten die worden geopereerd of mensen die een orgaantransplantatie ondergaan.
De voorzitter van het LCPS noemt het geruststellend dat het RIVM signaleert dat het aantal nieuwe besmettingen voorzichtig begint af te vlakken. „Maar in een ziekenhuis zien we de situatie weken daarna.” Want mensen melden zich daar pas als ze ernstige klachten hebben ontwikkeld.
Kuipers erkent dat de zorg voor coronapatiënten momenteel ‘onconventioneel’ is. Zo moeten gespecialiseerde verpleegkundigen op ic’s nu vaak meer patiënten helpen dan normaal. „Normaal verzorg je bijvoorbeeld met twee verpleegkundigen drie patiënten, of zelfs één op één. Dat verschuift nu naar een op drie of vier.” Ander personeel ondersteunt daar dan wel bij. De voorzitter zegt dat deze situatie zo veel mogelijk moet worden voorkomen. Hij benadrukt dat het nog altijd lukt om goede zorg te leveren en dat alles gebeurt in samenspraak met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).