Conte: Vriendschap met het Nederlandse volk blijft intact
De Italiaanse premier Giuseppe Conte spreekt tegen dat er sprake is van woede vanuit zijn land richting de Nederlandse overheid. „De vriendschap met het Nederlandse volk blijft intact”, stelt de premier in een interview met De Telegraaf.
Vanuit meerdere Zuid-Europese landen klonk de afgelopen dagen kritiek op het Nederlandse verzet tegen zogenoemde ‘corona-bonds’, een obligatie samengesteld uit staatsleningen van alle eurolanden. Ook wil een groot aantal EU-lidstaten, waaronder Italië, het Europese noodfonds ESM zonder de gebruikelijke strenge criteria inzetten om de coronacrisis te bestrijden. Nederland stelt samen met een aantal andere landen juist harde eisen om dit noodfonds in te zetten.
Minister Wopke Hoekstra (Financiën) zei dinsdag dat Nederland vorige week te weinig empathie liet zien aan andere Europese landen. Eerder die dag publiceerden politici uit Italië een woedende advertentie in de Duitse krant Frankfurter Allgemeine Zeitung, waarin ze Nederland betichten van „een gebrek aan ethiek en solidariteit”.
„Ik denk niet dat het een kwestie is van woede van Italië tegen Nederland of van het Italiaanse volk tegen het Nederlandse volk”, zegt Conte over de kritiek. „Veel Italianen begrijpen echter het verzet van de kant van de Nederlandse autoriteiten niet tegen een sterke, onmiddellijke, rigoureuze en effectieve, op Europees niveau gecoördineerde reactie, om deze crisis het hoofd te bieden.”
Conte pleit opnieuw voor de uitgifte van corona-bonds, die wat hem betreft „ook voor de Nederlanders” de beste manier zijn om op de huidige situatie te reageren. Volgens de premier vraagt Italië de Nederlandse belastingbetaler „niet één euro om van zijn schuld te betalen” en heeft hij een „uitstekende relatie” met premier Mark Rutte.
„Beste Mark, als goede antwoorden te laat komen, kunnen ze nutteloos zijn”, besluit Conte het interview met een persoonlijke boodschap aan Rutte. „We moeten voorkomen dat we zeggen dat we eindelijk de therapie hebben gevonden, maar dan ontdekken dat de patiënt dood is.”