Het onderzoek naar S. is een van de grootste van de afgelopen jaren. In totaal zijn honderd verdachten aangehouden. Justitie beschouwt S. als een grote speler in het criminele veld. Het OM verdenkt hem van het leiden van enkele criminele organisaties die op grote schaal handelden in zowel soft- als harddrugs.

Een eerder onderzoek naar S. werd halverwege de jaren negentig abrupt beëindigd door de IRT-affaire. Het onderzoek werd besmet verklaard omdat de politie Rotterdam een door het ’koningskoppel’ Langendoen en Van Vondel uitgeleende burgerinfiltrant inzette en 18.000 kilo softdrugs doorliet.

In het nieuwe onderzoek, dat in 1996 begon, heeft de politie geen middel onbeproefd gelaten om S. alsnog achter de tralies te krijgen. Twaalf politie-infiltranten werden op S. en zijn handlangers losgelaten, de auto van S. en anderen werden voorzien van peilzenders, honderden telefoongesprekken werden afgeluisterd en een restaurant waar S. regelmatig kwam, werd een jaar lang gefilmd.

Dat leverde een groot aantal verdenkingen op tegen S. en zijn medeverdachten. Volgens officier van justitie Mos heeft S. leidinggegeven aan verschillende organisaties die drugs smokkelden. Het gaat daarbij voornamelijk om softdrugs, maar S. zit volgens het OM ook achter de smokkel van honderdduizenden xtc-pillen naar Australië en het maken van plannen om cocaïne vanuit Zuid-Amerika naar Nederland te smokkelen.

Maandag werd bekend dat de aanklacht vervalt dat S. betrokken is bij de Stellendam-zaak. Ook twee andere aanklachten waarbij het zou gaan om cocaïne, zijn geschrapt. Dat betekent dat het voor het OM moeilijker wordt om S. wegens de handel in harddrugs veroordeeld te krijgen.

De advocaat van S., de Rotterdamse strafpleiter T. van de Spoel, zal er de komende zeven weken alles aan doen om de twee overgebleven harddrugszaken onderuit te halen. In de xtc-zaak is het bewijs van het OM vooral gebaseerd op de verklaringen van een in Australië gedetineerde Nederlander. De man noemde S. als brein nadat hij een deal met justitie heeft gesloten. Van de Spoel zet dan ook vraagtekens bij de betrouwbaarheid van deze getuige.

De beschuldiging dat S. de smokkel van een partij van 1000 kilo cocaïne voorbereidde, steunt vooral op de verklaringen van een Duitse politieman die in de organisatie van de Schiedammer infiltreerde. Volgens Van de Spoel zijn er aanwijzingen dat de infiltrant S. heeft geprobeerd uit te lokken.