Recensie: Ds. Droger geeft Bijbelse visie op muziek
Muziek blijft een heikel thema. Welke stijl is wel of niet Bijbels verantwoord voor een reformatorische christen? Welke waarde heeft muziek? Ds. C. J. Droger zoekt naar een Bijbelse visie.
Het boekje ”Een gevoelige snaar” is een publicatie in de Artiosreeks van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk. De redactie verwoordt ”artios” vanuit 2 Timotheüs 3:17 als „compleet toegerust en zodoende berekend zijn op zijn taak.” Toerusting voor het gemeentelid dus. Nu inzake muziek.
Ds. C. J. Droger, christelijk gereformeerd predikant én orgelspeler, schrijft hartelijk en vlot. In bescheidenheid. Zich bewust van noodzakelijke beperkingen, getuige de vele geraadpleegde bronnen. Hij uit zich eerlijk en durft soms een stapje te zetten naast het voor velen onveranderbare pad. Weet hij het niet, dan zegt hij dat. Vanuit een definitie van muziek inventariseert dan wel onderzoekt hij wat de Bijbel erover zegt. Ook passeren invloedrijke ‘leraars’ uit de kerkgeschiedenis. Dan volgen toepassingen ten aanzien van onderwerpen als psalmzang, gezangen, type instrumenten, muziek en het zielenleven, popmuziek, gospelmuziek. Het slothoofdstuk luidt: ”Klinkt er muziek in de eeuwigheid?”.
De beoogde toerusting geeft ds. Droger doorgaans niet via de systematiek van benoemen van een rol of positie om dan daarop specifiek in te gaan. Bijvoorbeeld: Hoe moet men over muziek denken als ambtsdrager, als ouder, als jongere, als uitgever, als muziekleraar, als lid van een koorbestuur, als redacteur, als dirigent of organist, als restauranthouder, als lid van de subsidiërende gemeenteraad? De gegeven ”houtskoolschetsen” dient men echter zelf te vertalen naar concrete toerusting voor de eigen vorm van betrokkenheid. Dat is geen kritiek, maar feitelijke weergave van wat men voor een geringe prijs koopt.
Mijnerzijds wat vragen. Is het wel goed mogelijk om over muziek te schrijven zonder die (globaal) in te kaderen in een Bijbelse visie op kunst in het algemeen? Wat is in de Bijbel slechts beschrijvend (zo was dat toen), en wat normatief (geldend voor altijd)? Wat zegt het dat we juist en alleen bij Nebukadnezar over ”akkoordgezang” lezen? Dat de levieten in de tabernakel mogelijk niet zongen (blz. 22), in de tempel wel (blz. 26)?
Het kritiekloos toepassen van het ‘bevindelijke’ lievelingsvers uit Psalm 147 (over psalmen die „lieflijk zijn en harten treffen”) valt me niet mee. Het vers, door rijmdwang gestuurd, is niet naar de Schrift ter plaatse. Zie de paralleltekst Psalm 135:3 en de berijming aldaar! In de praktijk wordt dan de norm bepaald door wat een gemeente(lid) gevoelige muziek vindt. Hebben alle gelovigen soms dezelfde muzikaliteit? Er staat in Psalm 147 dat God lieflijk is en dat het daarom goed is Hem te psalmzingen. Toch wezenlijk andere taal?
Van de vertalingswoorden ”prijzende” en ”zeggende” uit Lukas 2 is gezang door engelen gemaakt. Berust dat wellicht op traditionele inlegkunde? Hoorden we ooit van herderszang bij hetzelfde grondwoord? De serafs in Jesaja zijn luid roepende wezens.
Terecht stelt ds. Droger de popcultuur onder kritiek. Maar hoe ontwikkelt zich de uitvoeringscultuur van refo’s? Wat maakt muziek zónder tekst nu in ethische zin goed of slecht? Wat is er mis met „bepaalde klassieke muziek die gecomponeerd is na de Verlichting” (onder andere blz. 15), waarbij geen compositievoorbeelden worden genoemd? De zonde mag niet verheerlijkt worden, al musicerend (blz. 74). Maar is het wel akkoord als zondige gedragingen beschrijvend vertolkt worden? Dat gebeurt bijvoorbeeld, zelfs heel knap, in Bachs ”Matthäus Passion”, als Judas de verrader de afgrond in gebeden wordt; iets wat niet in de Bijbel staat. Koorleden of luisteraars kunnen dat, zo is mijn ervaring, moeilijk vinden. De auteur signaleert dit aspect bij zijn pleidooi voor Bach (blz. 74) niet.
Degenen die al ingevoerd zijn in het denken over muziek zullen het aangereikte al kennen; zij blijven achter met hun meer fundamentele vragen. Degenen die weinig over muziek weten zullen met dit boekje zonder meer gediend zijn.
Een gevoelige snaar. Een bijbelse visie op muziek, ds. C. J. Droger; uitg. Groen; 120 blz.; € 13,95