Als een zelfstandige kan aantonen dat hij verwacht onder het sociaal minimum te komen door problemen gerelateerd aan de coronacrisis, kan diens inkomen maximaal drie maanden worden aangevuld. Voor mensen die getrouwd zijn of samenwonen wordt het aangevuld tot 1500 euro per maand, voor alleenstaanden 1050 euro.

Als zelfstandigen meer verdienen dan de bijstandsnorm, krijgen ze geen aanvulling. Dat geldt bijvoorbeeld voor zelfstandigen die ook voor een werkgever werken en met die baan meer dan het sociaal minimum verdienen.

De inkomensondersteuning lijkt erg op de al bestaande bijzondere bijstand. Wel krijgen zelfstandigen door de nieuwe regeling sneller steun, en zijn de voorwaarden soepeler. Zo wordt er niet getoetst of zelfstandigen vanuit hun vermogen de kosten kunnen betalen.

Dat scheelt ook een hoop werk voor de ondernemers zelf en de gemeenten, die de inkomensondersteuning moeten uitvoeren. De focus op snelheid betekent wel „dat niet al het misbruik en oneigenlijk gebruik” opgespoord kan worden.

Gemeenten ontvangen een voorschot van 250 miljoen euro om direct al wat achter de schermen te regelen. In totaal is voor de regeling 3,8 miljard euro gereserveerd. Tot en met 31 mei kunnen zelfstandigen ondersteuning aanvragen bij hun gemeente.

Ondernemers die in geldproblemen komen, kunnen een lening voor bedrijfskapitaal van maximaal 10.157 euro aanvragen. Deze is binnen vier weken beschikbaar. Ondernemers hebben drie jaar de tijd om af te lossen, en hoeven dat pas vanaf januari 2021 te doen. Ze betalen 2 procent rente.