Rapport: steeds meer vijandelijkheid jegens moslims in West–Europa
Moslims in heel West–Europa hebben met steeds meer vijandelijkheid te maken. Zeker sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten en van 11 maart in Madrid worden zij in toenemende mate slachtoffer van verbaal en fysiek geweld en discriminatie op het gebied van werk en huisvesting. Dat staat in een rapport van de International Helsinki Federation for Human Rights (IHF).
De vijandigheden blijven niet bij een negatieve houding jegens moslims, maar lopen uiteen van beledigingen op straat tot vandalisme en ernstig fysiek geweld. ‘Nu de strijd tegen het terrorisme is opgevoerd en het publieke debat steeds meer aandacht geeft aan moslimextremisme, komen moslimminderheden in deze landen en elders steeds meer onder druk te staan’, aldus IHF–directeur Aaron Rhodes.
Het 37 pagina’s tellende rapport heeft betrekking op België, Groot–Brittannië, Denemarken, Frankrijk, Duitsland en Italië en geeft voorbeelden van de vijandigheden. Moslims in Groot–Brittannië en Duitsland zijn doelwit geworden van huiszoekingen en arrestaties door de politie ‘op manieren die de rechten hebben geschonden van moslims die niets met terrorisme te maken hebben’, aldus het rapport. In Italië en Denemarken hebben politici moslims openlijk als een gevaar voor de nationale veiligheid bestempeld en in België en Frankrijk hebben moslims te maken met maatregelen van de regering om meisjes te verbieden een hoofddoekje te dragen. ‘In alle gevallen zijn gematigde en vredelievende moslims slachtoffer geworden van de standpunten en daden van een minderheid van extremistische moslims die geweld en intolerantie prediken’, stelt Rhodes.