Eerder had de socialistische partij van Zapatero gezegd dat de conservatieve Aznar niet voor de parlementaire commissie zou hoeven te verschijnen. Maar de premier verklaarde maandag dat hij vindt dat zijn voorganger „alles moet uitleggen over de preventieve maatregelen die zijn genomen en over wat zijn regering deed tussen 11 en 14 maart”.

In Spanje vonden slechts drie dagen na de aanslagen op vier forensentreinen algemene verkiezingen plaats. De conservatieve partij van Aznar verloor toen de stembusgang van de socialisten. Aznar hield relatief lang na de aanslagen nog vol dat de explosies het werk waren van de Baskische afscheidingsbeweging ETA, hoewel er al vrij snel aanwijzingen waren dat moslimextremisten verantwoordelijk waren. Volgens waarnemers heeft dat Aznar de kop gekost. De socialisten beschuldigden hem er destijds ook van te weinig informatie naar buiten te brengen.

De ex–premier heeft eerder gezegd wel voor de commissie te willen getuigen. Hij zei echter nooit te zijn opgeroepen. Alleen politieke partijen kunnen getuigen uitnodigen. Tot nu toe hebben alleen enkele kleine linkse partijen gezegd Aznar te willen horen. De commissie komt woensdag weer bijeen en zou dan over de mogelijke komst van de ex–premier kunnen beslissen.