VS en rest van de wereld staan stil bij aanslagen van 11-9
Met vier momenten van stilte en het voorlezen van de namen van degenen die omkwamen, heeft Amerika zaterdag de vliegtuigaanslagen van drie jaar geleden herdacht. Stilte markeerde de momenten waarop twee gekaapte vliegtuigen zich kort na elkaar in de torens van het World Trade Center boordden en de ogenblikken waarop de torens instortten.
Ouders en grootouders van slachtoffers lazen op ”ground zero” in New York de namen voor van de 2749 doden. „Er zijn geen woorden om de pijn te beschrijven van ouders die een kind verliezen”, zei burgemeester Michael Bloomberg. Zijn voorganger, Rudolph Giuliani, en de gouverneurs George Pataki (New York) en Jim McGreevey (New Jersey) namen ook aan de plechtigheid deel.
President George Bush herdacht de slachtoffers in de tuin bij het Witte Huis. In een toespraak benadrukte hij dat de strijd tegen het terrorisme niet zal verslappen. „Wij zullen deze vijand verslaan.” Bush kondigde drie dagen van gebed en herdenking af. Minister van Defensie Donald Rumsfeld woonde een herdenking bij op de erebegraafplaats Arlington.
Een aantal nabestaanden daalde af naar de plek waar tot drie jaar geleden de wolkenkrabbers van het WTC stonden. Ze legden er bloemen en lieten er briefjes achter. Anderen gooiden rozen in de rivier de Hudson.
Overal in de Verenigde Staten werden herdenkingen gehouden. Ook elders in de wereld werd bij de aanslagen stilgestaan. Tegelijkertijd werd de internationale strijd tegen het terrorisme nog eens onder de loep genomen door verschillende commentatoren.
In het Westen werd overwegend steun betuigd aan het antiterrorismebeleid van Washington, hoewel er zeker afwijkende geluiden te beluisteren vielen, zoals van de Spaanse premier José Luis Rodriguez Zapatero. Arabische commentatoren van Egypte tot Jemen concludeerden vrijwel zonder uitzondering dat de steun van Washington voor Israël en de oorlog tegen het terrorisme de wereld niet veiliger maar onveiliger hebben gemaakt.
De Egyptische columnist Fahmy Howeidy riep op tot kritisch zelfonderzoek door de Arabieren en de islamitische wereld „omdat de mensen die de aanslagen van 11 september pleegden (…) ook moslims en Arabieren waren.” Volgens Howeidy missen de Amerikanen juist dat vermogen tot zelfkritiek. „Zij kijken niet naar hun eigen beleid en hun fouten, zoals het Amerikaanse standpunt ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Door het terrorisme van Israël tegenover de Palestijnen te verdedigen, creëren zij woede in de mensen.”
De Engelstalige krant Arab News in Saudi-Arabië constateerde dat er geen internationale eensgezindheid tegenover het terrorisme bestaat, „verbrijzeld als die is door Washingtons poging tot kaping daarvan voor zijn oorlog in Irak.”
De Spaanse media koppelden de herdenking van 11 september aan de treinaanslagen van 11 maart bij Madrid, die een halfjaar geleden 191 mensen het leven kostten. Ook de krant El Pais constateerde dat de wereld niet bepaald veiliger is geworden sinds 11 september, en herinnerde aan aanslagen in Casablanca, Istanbul, Bali en Jakarta.
De Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Otto Schily, zei op een vierdaagse conferentie in het Israëlische Herzliya dat het islamitische terrorisme op dit moment de grootste bedreiging van de beschaafde wereld vormt. Schily zei dat Duitsland een speciale verantwoordelijkheid heeft voor de veiligheid van Israël en merkte op dat geen ander land zo veel onder terreur heeft geleden als Israël. Moslims moeten in de ogen van Schily veel meer doen om de extremisten uit hun midden te verjagen. „Hoe lang kan een van de grootste religies van de wereld het verdragen dat de meest verschrikkelijke daden in haar naam worden begaan?”, zei Schily.
De Spaanse premier Zapatero, die geldt als een overtuigd criticus van de door de VS geleide invasie in Irak, noemde in de Franse krant Journal du Dimanche de „preventieve oorlog” niet de beste manier om het terrorisme te bestrijden. „Ik geloof niet dat de juiste methode ter bestrijding van het internationale terrorisme de conventionele oorlog is, en nog minder een oorlog van preventieve aard”, zei Zapatero.
Zapatero publiceerde het commentaar aan de vooravond van een topconferentie in Madrid met de Franse president Jacques Chirac en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder. Chirac en Schröder leidden de diplomatieke oppositie tegen de oorlog in Irak. Zapatero gelastte onmiddellijk na zijn ambtsaanvaarding de terugtrekking van de 1300 Spaanse manschappen uit Irak. Hij heeft laten weten dat hij graag met Chirac en Schröder wil werken aan de ontwikkeling van een plan om onder de paraplu van de Verenigde Naties een einde te maken aan de door de VS geleide bezetting van Irak.