Economie

Belastingen verdelen EU–ministers

De Europese ministers van Financiën zijn het grondig oneens over de vraag of er een Europees minimum moet komen voor vennootschapsbelasting. Zaterdag was er tijdens een EU–vergadering onder voorzitterschap van minister Zalm geen meerderheid voor het idee van Frankrijk en Duitsland om een minimum in te voeren.

ANP
11 September 2004 18:28Gewijzigd op 14 November 2020 01:37

Vooral de Franse minister Sarkozy had vooraf in de pers groot uitgepakt met zijn kritiek op de in zijn ogen oneerlijke belastingconcurrentie. Sommige EU–landen, vooral nieuwe lidstaten, lokken bedrijven met een vriendelijke fiscus. Wat Sarkozy betreft moeten landen die extreem weinig belasting heffen, niet langer recht krijgen op Europese hulpgelden.

Tijdens het overleg heeft hij dit omstreden voorstel echter afgedaan als iets voor de verre toekomst. Maar ook het idee voor een minimumniveau had veel tegenstanders. De noordelijke landen, de meeste nieuwe lidstaten waaronder zwaargewicht Polen, Groot–Brittannië, Ierland en Spanje moesten er niets van weten.

Wel willen de meeste EU–landen dat de rekenbasis voor de vennootschapsbelasting gelijk wordt getrokken. Momenteel is het moeilijk te zeggen welk land het ’goedkoopst’ is voor ondernemingen, omdat ze allemaal met andere aftrekposten werken. Een gezamenlijke basis maakt de belastingheffing beter vergelijkbaar. Een werkgroep gaat dit idee van eurocommissaris Bolkestein verder uitwerken.

Ook zaterdag reageerde president Trichet van de Europese Centrale Bank (ECB) op de voorstellen om het stabiliteitspact voor de euro te versoepelen. Hij zei dat hij veel van de ideeën van de Europese Commissie goed zijn maar dat de ECB juist de plannen voor versoepeling afkeurt. Hij noemde met name het idee om lidstaten meer tijd te geven aan de begrotingsregels te voldoen en om meer afwijkingen van de regels toe te staan.

Over deze punten waren de EU–ministers het vrijdag ook nog lang niet eens. Zaterdag stond het punt niet op de agenda. Wel besloten de ministers op vrijdag dat landen die zich houden aan de Brusselse voorschriften maar tegenvallende groei alsnog met een te hoog begrotingstekort kampen, soepeler behandeld moeten worden.

President Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) noemde dat een verstandige aanpak. „Als je te goeder trouw bent en er gebeurt iets in de wereld wat je niet had kunnen voorzien, is het redelijk dat je wat meer tijd krijgt om tekort te verlagen. Dat verhoogt ook de aanvaardbaarheid van het pact."

De EU–ministers spraken zaterdag verder over de moeilijkheden die banken ondervinden bij fusies en overnames buiten de landsgrenzen. Topman Groenink van ABN Amro klaagde dat de lokale toezichthouders (de nationale banken) soms op vage gronden buitenlandse banken de deur wijzen. Dat zou gebeuren onder politieke druk. DNB–president Wellink erkende dat er soms sprake is van politieke druk sprake is, maar ontkende dat de toezichthouders het probleem zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer