Opvang voor kind dat thuis niet goed af is
Kinderen die thuis niet veilig zijn of daar niet aan leren toekomen, kunnen toch naar school of opvang. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om hen overdag bijvoorbeeld onder te brengen in de bieb, in een buurthuis of in een klaslokaal, laat onderwijsminister Arie Slob weten.
Onmiddellijk nadat de scholen hun deuren sloten wegens de coronacrisis, sloegen leraren al alarm over leerlingen die thuis kwetsbaar zijn. Als kinderen dagenlang in een flatje zitten met ouders die ook niet naar hun werk kunnen en daarover onzeker of gefrustreerd zijn, kunnen huiselijk geweld en andere problemen op de loer liggen.
Die gedachte „raakt ons allemaal diep”, zei Slob. Hij is daarom „zo blij dat we in zo korte tijd hebben kunnen afspreken” dat betrokkenen als de scholen, de kinderopvang, Veilig Thuis en de jeugdzorg deze kinderen buitenshuis gaan opvangen. Zij bekijken samen met de gemeenten wat voor welk kind nodig is.
De gezinnen blijven waarschijnlijk onder extra druk staan zolang de crisis aanhoudt, en het kan daardoor ook buiten ‘schooltijd’ misgaan, erkent Slob. „Maar dan heb je die kinderen wel beter in beeld, want je ziet ze iedere dag. Anders zie je ze helemaal niet.”
Sommige kinderen zijn thuis wel veilig, maar verkommeren omdat hun ouders niet in staat zijn voor hen te zorgen of hen te helpen bij hun schoolwerk. Ook voor hen is de opvang een uitkomst, meent Slob. Leerlingen die wel thuis kunnen zijn, maar hulp kunnen gebruiken bij hun leerwerk, kunnen een beroep doen op studenten of mensen die opgeleid zijn als leraar maar een andere baan hebben gekozen. Ook wordt gekeken hoe studenten van de pabo kunnen worden ingezet.
Het is belangrijk dat kinderen ook kunnen doorleren nu de scholen dicht zijn, onderstreept Slob. Binnen een paar weken zakt veel kennis weg, dat blijkt volgens de minister ook ieder jaar weer na de zomervakantie. „Stilstand is achteruitgang.”