Buitengesloten inbrekers
Langzaam loopt woninginspecteur Erik Zijlstra over de oprijlaan van de vrijstaande villa. Zijn ogen glijden automatisch over deuren, ramen en sloten, speurend naar zwakke plekken in de veiligheidsschil. En die vinden ze...
Bij een mevrouw aan de andere kant van de weg is kortgeleden ingebroken en dus wilde haar overbuurvrouw weleens weten hoe het met de veiligheid van háár woning is gesteld. Ze nam contact op met Erik Zijlstra van Preventief.nu, een erkend bedrijf dat kosteloos woninginspecties uitvoert en daarna met vrijblijvende adviezen komt om de inbraakbeveiliging zó op te schroeven dat het woonhuis voldoet aan de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). Daarmee neemt de kans op een geslaagde inbraak met 90 procent af. Bovendien krijgen eigenaars van een PKVW-woning korting op de premie van hun inboedelverzekering en –met een beetje geluk– subsidie van hun gemeente voor de te nemen maatregelen.
Een inbraak in de buurt vormt vaak dé aanleiding voor de aanvraag van een woninginspectie”, vertelt Susanne Schat, projectleider bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). „Mensen voelen zich daarna minder op hun gemak in hun woonomgeving en vragen daarom een inspectie aan. Korting op hun premie en een subsidie van de gemeente zijn slechts leuke bijkomstigheden - het gaat huizenbezitters in de eerste plaats om hun gevoel van veiligheid.”
Hoewel het aantal woninginbraken tussen 2012 en 2020 met bijna twee derde is afgenomen (zie kader) wordt er in Nederland nog steeds iedere tien minuten in een woning ingebroken. En dat blijven angstaanjagende cijfers, want thuiskomen en ontdekken dat er iemand binnen is geweest, is voor bijna iedereen een schokkende ervaring. Zeker als er kostbare en onvervangbare spullen zijn ontvreemd. Gelukkig kan de kans op inbraak al met vrij eenvoudige aanpassingen drastisch worden verkleind. Welke dat zijn? Voor het antwoord op die vraag is Erik uitgenodigd.
Politiekeurmerk Veilig Wonen
De inspecteur is inmiddels bij de voordeur aangekomen. De bewoonster van de woning kijkt door haar spion om te zien wie er aanbelt. Natuurlijk zwaait de deur voor deze bezoeker onmiddellijk open. „Welkom. Fijn dat je er bent.”
De villa is al heel wat decennia oud. Dat betekent dat het veiligheidsniveau waarschijnlijk niet zó goed is dat hij automatisch voor het Politiekeurmerk Veilig Wonen in aanmerking komt. Uiteraard hebben de huidige bewoonster en haar voorgangers weleens een grendeltje en een slotje bijgeplaatst, maar of dat genoeg is om inbrekers buiten de deur te houden…?
Schat: „Bij nieuwbouw moeten projectontwikkelaars en aannemers zich houden aan het meest recente Bouwbesluit, dat behoorlijk strenge criteria rond inbraakpreventie bevat. Bij bestaande bouw gelden die richtlijnen overigens niet.”
Erik heeft zijn tablet inmiddels in de aanslag en is klaar voor een inspectieronde. „Laten we bij de voordeur beginnen”, stelt hij voor. Voor een leek ziet die er solide en robuust uit, maar Erik kijkt bedenkelijk. „Hij bevat weliswaar een slot met driepuntssluiting en het kozijn is van hardhout, maar dat zijn dan ook de enige positieve punten. Er is bijvoorbeeld geen cilindertrekbeveiliging aanwezig. Dat betekent dat inbrekers de cilinder vrij eenvoudig uit de deur kunnen halen.”
Positiever is hij over de lamp bij de voordeur. „Prima. Bij elke deuropening in het zicht van de buren hoort verlichting aanwezig te zijn. Dat vergroot de kans dat criminelen tijdens hun inbraakpoging gezien worden.”
En de camera bij de oprijlaan dan? Telt die niet mee op de veiligheidsscorelijst? Schat: „Dat soort digitale beveiliging is geen eis binnen het Politiekeurmerk Veilig Wonen. We kunnen de veiligheid van die apparaten eenvoudigweg niet garanderen. Wie zegt dat ze niet gehackt kunnen worden of gehackt zijn? Bovendien moet je voortdurend op de camerabeelden letten om actie te kunnen ondernemen.”
Rookmelders
In het halletje achter de voordeur tuurt Erik naar het plafond. Waarom? Dat zal toch niet op een potentiële insluiproute liggen? „Nee, ik kijk of er rookmelders op deze etage aanwezig zijn. Die behoren wel tot de PKVW-eisen. Op elke verdieping moet er minimaal één aanwezig zijn.”
De tocht voert verder naar de gameroom. De sloten op de ramen zijn volgens Erik half goed. „Eén ster”, constateert hij. Eén ster? „Het aantal sterren geeft de inbraakwerendheid van sloten aan”, vertelt hij. „De sterren worden gegeven door de SKG, de Stichting Kwaliteit Gevelbouw, een onafhankelijke instantie die hang-en-sluitwerk test op sterkte en duurzaamheid.”
De standaard raamboompjes die boven en onder op het kozijn zitten, zijn niet SKG-gecertificeerd en het veiligheidsslotje dat de bewoonster heeft bijgeplaatst, voldoet dus maar half. Erik „Elk slot op ramen en deuren die voor inbrekers makkelijk bereikbaar zijn, moet minimaal twee sterren hebben.”
Draaiknop
Vanuit de woonkamer leidt een dubbele, openslaande deur naar een overdekt terras met de naam ”Binnenhof”. Net als de entree ziet hij er stevig uit, maar opnieuw is Erik kritisch. „Hij heeft wel weer een driepuntssluiting, maar die wordt bediend met een draaiknop aan de binnenkant. Als een inbreker een gat in het kozijn of de ruit boort, kan hij die zó omdraaien.”
Tijdens het eindgesprek vat Erik de veiligheidsituatie kort samen. „De ramen op de eerste etage, boven het platte dak, en de deuren op de begane grond vormen het grootste risico. Ik adviseer om de cilindersloten in de deuren te vervangen door exemplaren met drie SKG-sterren, eventueel voorzien van een rozet dat uittrekken voorkomt. En de grendels en de raambomen zou ik inwisselen voor SKG-gecertificeerde modellen. Ook na deze maatregelen is de kans op inbraak nog steeds geen 0 procent, maar ze maken het criminelen wel behoorlijk lastig om binnen te komen.”
Kosten
De bewoonster hoort de conclusie gelaten aan. „Ik had wel gedacht dat de veiligheidssituatie van mijn oude huis niet perfect zou zijn. Maar wat gaan al deze maatregelen me eigenlijk kosten?” Volgens Erik valt dat wel mee. Tussen de 500 en 1000 euro, schat hij in. „Er zijn namelijk geen ingrijpende verbouwingen nodig. Er hoeven ook geen complete deuren of kozijnen te worden vervangen, het gaat vooral om het monteren van goede sloten en grendels.”
PREVENTIETIPS
Elisanne van der Tuuk, communicatieadviseur bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, komt met de volgende tips om de kans op inbraak te verkleinen.
Zorg ervoor dat je huis er bewoond uitziet als je er niet bent. Dus laat een paar lampjes branden.
Doe je deur altijd op slot. Sloten hebben geen zin als je de sleutel niet omdraait.
Ga je (eventjes) weg? Doe je ramen dan dicht. Voor een inbreker maakt het niet uit of je 5 minuten of een hele avond weg bent, want als hij binnen 30 seconden binnen kan komen, pakt hij die kans.
Zorg voor verlichting bij deuren in het zicht van buren.
Breng sterke, SKG-sloten op deuren en ramen aan.
Twijfel je over de veiligheid van je woning, vraag dan een vrijblijvende woningcheck bij een erkend PKVW-bedrijf aan. Je vindt dat op hetccv.nl/certificatie-inspectie/vakman/politiekeurmerk-veilig-wonen.
Zie voor meer tips: www.politiekeurmerk.nl/preventietips.
Sinds 2012 is het aantal woninginbraken sterk gedaald. Volgens het CCV is die afname voor een groot deel te danken aan preventie en samenwerking met partijen als gemeentes, wijkagenten, vrijwilligers, politie en het CCV zelf.
De cijfers van de afgelopen zeven jaar zien er als volgt uit:
2012: 92.500 inbraken
2013: 85.000 inbraken
2014: 72.500 inbraken
2015: 64.500 inbraken
2016: 55.000 inbraken
2017: 49.000 inbraken
2018: 43.000 inbraken
(Bron: Politie)