Binnenland

CDA-partijvoorzitter laakt moslimleiders

CDA-partijvoorzitter Van Bijsterveldt heeft hard uitgehaald naar de politieke en geestelijke leiders van de islam in ons land. Zij nemen volgens de partijvoorzitter onvoldoende afstand van verschijnselen die niet verenigbaar zijn met een democratische rechtsstaat, zoals eerwraak, discriminatie van vrouwen en terreur.

Redactie politiek
10 September 2004 23:18Gewijzigd op 14 November 2020 01:37

Dat zei Van Bijsterveldt vrijdag in Utrecht tijdens een conferentie van haar partij over het thema ”Religie: bindend of splijtend?”. De kritiek van Van Bijsterveldt is opvallend, omdat CDA-partijvoorzitters van oudsher terughoudend zijn met het doen van gepeperde politieke uitspraken.

De christen-democraten willen graag de dialoog met niet-christenen aangaan, maar dan moet er volgens de partijvoorzitter wel aan een belangrijke voorwaarde zijn voldaan. „Wij moeten er vertrouwen in kunnen hebben dat de deelnemers aan de interreligieuze dialoog zich willen verbinden met onze democratie en de regels en wetten in onze rechtsstaat, en zich daar ook aan houden.”

Volgens Van Bijsterveldt gebeurt dat nu te weinig: „De zorg en de angst die in de samenleving heersen, met name over de fundamentalistische islam, worden al met al toch onvoldoende diepgravend ontkracht door politieke en geestelijke moslimleiders.”

De partijvoorzitter ontwaart wel enkele goede initiatieven op dit punt, maar „er blijft toch te veel mist bestaan over de vraag hoe de uitgangspunten van onze rechtsstaat, maar ook de islamitische notie dat „in zaken van geloof geen dwang kan zijn”, zich verhouden tot teksten die uitdrukken dat de rol van de vrouw ondergeschikt is aan die van de man, dat geloofsafvalligheid verboden moet zijn en eigenlijk zou moeten worden gestraft en over de rol van de islamitische sharia met haar regels en wetten.” Als leiders van de moslimgemeenschap afstand nemen van excessen en regels die niet sporen met de democratische rechtsstaat, kan volgens Van Bijsterveldt het vertrouwen van autochtonen in de islam groeien en ontstaat er draagvlak binnen de moslimgemeenschap voor democratie en rechtsstaat. Moslims zouden een sterke kopgroep moeten vormen met geestelijke en maatschappelijke sleutelfiguren die de islam verbinden met de waarden van de rechtsstaat. Van Bijsterveldt pleitte, net als minister Van der Hoeven van Onderwijs afgelopen maandag, voor islamitische imamopleidingen die verbonden zijn aan Nederlandse universiteiten en hogescholen. I. Bakker, secretaris van de Raad van Kerken, hekelde het „religieus analfabetisme” van de overheid. Ze vertelde dat het Centrum voor Werk en Inkomen aanzette tot het werven van priesters op de vrije markt. Ook de strenge eisen die de brandweer stelt aan kerkgebouwen „alsof het drukbezochte discotheken zijn”, zijn haar een doorn in het oog. De extra voorwaarden die sommigen willen stellen aan islamitische scholen doen vermoeden „dat ze deze scholen zien als kweekvijvers van extremisme.” De secretaris bepleitte een cursus religie en levensbeschouwing voor ambtenaren en beginnende ministers. Volgens Harachaoui, directeur van het instituut voor multiculturele ontwikkeling Forum, valt het wel mee met het extremisme onder moslims. Volgens hem heeft 95 procent van de moslims niets met fundamentalisme. „Slechts 5 procent voelt zich aangetrokken tot het fundamentalisme. Dat is evenveel als het percentage autochtone jongeren dat sympathie heeft voor rechts extremisme”, aldus Harachaoui. De remedie is volgens hem het blijven uitdragen van de waarden van de Nederlandse rechtsstaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer