Voorbidder
Johannes 14:2
„In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden.” Nu hebben wij een Voorbidder, en daardoor verkrijgt men de Heilige Geest van de hemel. Ja, wij krijgen een hemelse ziel, meerdere kracht van Christus’ Godheid. Dat zijn immers voor ons nuttige zaken. Zo wordt door Jezus’ weggaan ons een plaats bereid in de hemel. Als er eens een boodschapper of dienstbode werd vooruitgezonden naar het hof van een koning, om ons daar plaats te bereiden, zouden wij niet blij zijn dat we een grote zaak verkregen? Maar hier gaat de Heere van de hemel Zelf heen, om ons niet alleen daar een plaats te geven, maar er ook vrije bezitting van te schenken. De Zaligmaker Zelf zegt: Opdat gij moogt zijn waar Ik ben. Dus heeft de Heere Jezus ons plaats en vrije bezitting in de hemel gegeven. Wij hebben ook een Voorbidder in de hemel, Die bij de Vader onze Voorspraak is. Zou men niet menen een grote zaak verkregen te hebben wanneer wij een wijs advocaat bij de koning hadden, die hem onze zaak voordroeg? Maar nu hebben wij veel meer, nu de Zoon van God Zelf onze Voorspraak is bij de Vader, en onze Advocaat bij de Hemelkoning. Immers, Hij wordt altoos gehoord. Is dit dan niet een groot voordeel dat wij verkrijgen? Christus mag met recht zeggen: Het is u nut dat Ik wegga, naar de hemel.
Jodocus van Lodenstein, predikant te Utrecht
(”De heerlijkheid van een waar christelijk leven uitblinkende in een godzalige wandel”, 1767)