„Friso had positie én Mabel kunnen houden”
Prins Friso had én zijn plaats in de lijn van troonopvolging én Mabel als wettige partner naast zich kunnen hebben. Dat had hij kunnen bereiken door niet traditioneel voor de wet te trouwen, maar een geregistreerd partnerschap met Mabel aan te gaan.
Dat betoogt de jurist H. Loonstein in het Nederlands Juristenblad van deze week. In de Grondwet staat wel dat een mogelijke kanshebber op de troon moet trouwen met toestemming van het parlement (nadat de regering daarom heeft gevraagd), maar over het geregistreerd partnerschap van (eventuele) troonopvolgers staat er niets.
Omdat kinderen geboren uit een geregistreerd partnerschap wettige nakomelingen zijn, zouden ook de kinderen van Friso vooralsnog voor troonopvolging in aanmerking hebben kunnen komen, luidt de filosofie van Loonstein.
De jurist zegt dat het nuttig zou zijn als de Grondwet is aangepast als prinses Amalia de volwassenheid nadert. Nu kan de toekomstige koningin volgens hem om het parlement heen als ze een door anderen minder gewenste partner toch officieel naast zich wil.
Er zijn op dit moment nog twee huwbare prinsen: Pieter-Christiaan en Floris. Beiden hebben vaste verkering, maar hun kansen op de troon zijn te verwaarlozen. Ze vallen af als lid van het Koninklijk Huis zodra Willem-Alexander de troon bestijgt. Hun familieband met het staatshoofd is dan net iets te los.
Vóór Friso trouwde zijn tante Irene zonder parlementaire toestemming, die zij ook lastig zou hebben verkregen. Maar dat was in 1964, toen niemand nog van een geregistreerd partnerschap had gehoord. In 1975 verloor Christina het lidmaatschap van het Koninklijk Huis door zonder fiat van de Eerste en de Tweede Kamer te trouwen.
Beatrix en Alexander, beiden eerste in de lijn van troonopvolging, kwamen allebei met aanvankelijk omstreden partners. Hun voorgenomen huwelijken met Claus en Máxima zorgden voor hoofdbrekens. Met enige moeite werden de obstakels overwonnen.