De commissie gaat de mogelijkheden onderzoeken om de slachtoffers en/of hun nabestaanden „moreel en juridisch” te compenseren, zei plaatsvervangend premier Maria Teresa Fernandez de la Vega. Ze voegde eraan toe dat slachtofferorganisaties betrokken zullen worden bij het werk van de commissie.

Volgens De la Vega is de oprichting van de commissie door de socialistische regering van premier Zapatero het resultaat van een initiatiefvoorstel van het parlement. Het voorstel werd in juni door alle partijen ondertekend, met uitzondering van de conservatieven, die tot vijf maanden geleden nog aan de macht waren in Spanje.

Het besluit om de slachtoffers van het Franco-regime te rehabiliteren betekent een breuk met het verleden. Na Franco’s dood in 1975 werd de democratie in Spanje heringevoerd en bleef voor veel Spanjaarden het verleden taboe.

Tijdens de burgeroorlog, die van 1936 tot 1939 woedde, streden de nationalisten onder generaal Franco tegen de republikeinen. Een van de slachtoffers was een grootvader van premier Zapatero. Hij werd in 1939 gefusilleerd door de nationalisten. Na de overwinning van de nationalisten werd Franco dictator. Onder zijn bewind werden veel nationalisten herbegraven. Veel republikeinse slachtoffers bleven in massagraven liggen.

De Spaanse krant El Pais meldde vrijdag dat de regering-Zapatero overweegt geld uit te trekken voor opgraving en herbegraving van de circa 30.000 republikeinse slachtoffers die nog in massagraven liggen.

Slachtofferorganisaties zullen er binnen de commissie ook op aandringen dat de talrijke symbolen uit de periode-Franco, zoals straatnamen en monumenten, op den duur worden verwijderd.