Het hooggerechtshof in India heeft vorige week een pleidooi van hindoenationalisten verworpen om richtlijnen op te stellen voor een antibekeringswet.
Het verzoek was ingediend door Ashwini Kumar Upadhyay, een politicus van de regerende Bharatiya Janata Partij. Volgens hem moet de overheid meer controle uitoefenen over religieuze bekeringen van sociaal en economisch kwetsbare mensen. Hij stelde dat individuen, organisaties en NGO’s misbruik maken van de kwetsbaarheid van deze Indiërs en hen willen bekeren door intimidatie, bedreiging en bedrog.
De rechtbank in Delhi verklaarde echter dat religie een persoonlijk zaak is en dat bekering tot een ander geloof een individuele keuze is. Volgens de rechters zijn bedreigingen en intimidaties al strafbaar onder het Indiase wetboek van strafrecht.
Een kerkleider uit Delhi reageerde verheugd, aldus Open Doors. „Er is veel verzet tegen christelijke bekeringen in India en er zijn antibekeringswetten”, zei hij. „We zijn God dankbaar dat dit een positief tegengeluid is tegen die ontwikkelingen.”
Volgens de politicus Upadhyay vonden er de afgelopen jaren massale bekeringen plaats. Als er geen actie ondernomen wordt, zijn hindoes binnenkort een minderheid in India, stelde hij.
Radicale hindoenationalisten gebruiken vaak het schrikbeeld van massale religieuze bekeringen om wetten door te voeren die de vrijheid van godsdienst beperken. Ook worden Indiase christenen er vals van beschuldigd arme hindoes op frauduleuze wijze tot het christendom te bekeren.
In enkele Indiase staten zijn antibekeringswetten van kracht. Radicale hindoes maken dankbaar gebruik van deze wetgeving.