Economie

Werkgevers vragen ruimte voor economie

De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening besteedt veel te weinig aandacht aan de samenhang tussen ruimte en economie. Om dat gesignaleerde tekort te ondervangen, heeft de ondernemersorganisatie VNO-NCW zelf een economische kaart van Nederland gemaakt.

Redactie economie
19 March 2002 08:24Gewijzigd op 13 November 2020 23:28

Volgens VNO-NCW is een ruimtelijke visie op de economie „keihard nodig” voor de ontwikkeling van Nederland en de Nederlandse concurrentiepositie in Europa. Met dat doel is afgelopen anderhalf jaar de Ruimtelijke Economische Hoofdstructuur (REH) van ons land ontwikkeld. De REH is de topografische weerslag van de visie van het bedrijfsleven op de ontwikkeling van de steden, de mainports, de economische ontwikkelingszones en de hoofdverbindingen hiertussen.

De ondernemers vinden dat de REH in de Vijfde Nota moet worden opgenomen. „Wij vragen het kabinet de kaart op te nemen en daar ook naar te handelen”, zei voorzitter Schraven van VNO-NCW maandag bij de presentatie van de kaart. „Als onze voorstellen niet worden gevolgd, zullen belangrijke gebieden onvoldoende ruimte voor economische ontwikkeling bieden. Dat gaat ten koste van de groei en de werkgelegenheid.”

Waarom nu pas met een kaart op de proppen komen, terwijl het kamerdebat over de Vijfde Nota al voor volgende week maandag op de agenda staat? „Wij hebben als ondernemers minister Pronk (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, red.) en de Tweede Kamer onze inbreng in alle toonaarden proberen duidelijk te maken. Op zeker moment hebben we besloten maar te stoppen met becommentariëren en zelf aan de slag te gaan. Maar onze lobby is doorgegaan.”

Het voornaamste bezwaar van Schraven en zijn ondernemers tegen de Vijfde Nota is de vanzelfsprekendheid waarmee economische ontwikkelingen worden geacht zich in te passen in andere ontwikkelingen. „Volgens Pronk is groei mogelijk zonder dat daarvoor de noodzakelijke fysieke ruimte beschikbaar wordt gesteld. Daarom ontbreekt een nationale economische hoofdstructuur.” En dáár wordt dus bij VNO-NCW anders tegenaan gekeken.

Centrale leidraad is de nadruk op planologische zelfredzaamheid van de regio’s. Want VNO-NCW stoort zich aan de centralistische visie van waaruit Pronk de Vijfde Nota heeft opgesteld. Daarnaast benadrukken de ondernemers dat hún kaart een samenhangende totaalvisie omvat. „De REH voor 2020 is geen optelsom van 5000 uiteenlopende plannen”, schamperde secretaris Mooren van VNO-NCW West. „Wij willen wat verder komen in de discussie dan een weggetje hier en een tunneltje daar. Dat is ons te fragmentarisch.”

Tussen de Vijfde Nota en de REH bestaan op hoofdlijn zes verschillen. Ten eerste ontbreekt in de Vijfde Nota de notie van een samenhangend verband tussen economische knooppunten. In de tweede plaats bepleit de REH meer ruimte voor economie in gebieden die nu op slot gaan, zoals de Hoeksche Waard. Ten derde wenst de REH meer ruimte voor nieuwe economische knooppunten, bijvoorbeeld rond een nieuwe stad ten noorden van Amersfoort, Eemstad.

Ook geeft de Vijfde Nota volgens de ondernemers onvoldoende blijk van een totaalaanpak van de internationale hoofdwegverbindingen, zoals de ’gatenkaasverbinding’ tussen Rotterdam-Antwerpen-Lille. Ten vijfde vraagt de REH aandacht voor het verband tussen verstedelijking en de noodzaak van nieuw grootschalig openbaar vervoer. Ten slotte mist VNO-NCW in de Vijfde Nota aandacht voor het goederenvervoer en de zeehavens.

Schraven: „Er moet meer economie komen in de planologie. Dat betekent niet dat we Nederland in beton willen gieten. Als onze plannen doorgaan, zou het percentage bebouwing met 1 à 2 procent toenemen. Er moet een betere balans komen tussen ruimte voor economische activiteiten en ruimte voor groen.” Om de REH te realiseren, moet de overheid tot 2014 wel zo’n 13 miljard euro extra investeren. Ten koste van zorg en onderwijs? „Daar laat ik me niet over uit. We hebben geen verkiezingsprogramma opgesteld.”

Mooren: „Alles bij elkaar zal uitvoering van de kaart in de honderden miljarden euro’s gaan lopen. Maar het private bedrijfsleven financiert hiervan een aanzienlijk deel. Wil men publiek-private samenwerking werkbaar maken, dan zal het kabinet creatiever en daadkrachtiger moeten optreden.” Schraven: „De banken en de bouwers willen in ieder geval graag meewerken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer